.C.C&
T
ù¼ ¼
¼ ä¼ù ¼
6.
Problemen verhelpen
Hierna worden maatregelen beschreven om problemen te ver-
helpen. Neem contact op met uw vakman als u het probleem met
deze instructies niet kunt verhelpen.
Z
ê Ö
Storing/foutmelding op de regelaar
Drukschommelingen in de installatie
De collectoren zijn beslagen.
De pomp draait niet, hoewel de collector warmer is dan de
boiler (geen motorgeluid, geen trilling merkbaar).
De pomp draait, maar op de debietmeter met compensa-
tieventiel kan geen debiet worden afgelezen. De aanvoer-
en retourtemperatuur zijn gelijk of de boilertemperatuur
stijgt helemaal niet of slechts langzaam.
De pomp draait, maar op de debietmeter met compensa-
tieventiel kan geen debiet worden afgelezen.
De pomp slaat verondersteld laat aan en schakelt vroeg uit.
De pomp slaat aan en schakelt kort daarna weer uit. Dit
proces wordt enkele keren herhaald tot de installatie door-
loopt. 's Avonds wordt hetzelfde vastgesteld.
De manometer toont een drukdaling.
De pomp maakt lawaai.
De installatie maakt lawaai. Dit is normaal tijdens de eers-
te dagen na het vullen. Wanneer het probleem zich later
voordoet:
de boiler koelt 's nacht af. Na het uitschakelen van de
pomp zijn de temperaturen in de aanvoer- en de retour-
leiding verschillend. De collectortemperatuur is 's nachts
hoger dan de buitentemperatuur.
De naverwarming werkt niet. De ketel draait gedurende
korte tijd, gaat uit en slaat weer aan. Dit proces blijft zich
herhalen tot de boiler zijn ingestelde temperatuur heeft
bereikt.
De boiler koelt te sterk af.
De pomp schakelt niet uit.
Ô
ZH<
¼ ê
H
||÷
Er zit een fout in de installatie; de sensor is defect of
verkeerd aangesloten.
Als dit probleem zich direct na de ingebruikname voor-
doet, zit er lucht in het zonnecircuit.
Tijdens de opslag is er vocht in de collector binnenge-
drongen.
De maximale boiler- of collectortemperatuur is over-
schreden. Het controlelampje of de indicator op de
regelaar is geactiveerd.
De stroomtoevoer is onderbroken.
Andere oorzaak
De blokkeerinrichting is gesloten.
Andere oorzaak
De zonnestralen zijn nog niet genoeg om het volledige
buisnet te verwarmen.
Andere oorzaak
Korte tijd na het vullen van de installatie is een druk-
verlies normaal, omdat er nog lucht uit de installatie
ontsnapt. Als er zich later nogmaals een drukdaling
voordoet, kan deze worden veroorzaakt door een
luchtbel die is losgekomen. Bovendien schommelt de
druk bij normale werking afhankelijk van de installa-
tietemperatuur met 0,02–0,03 MPa. Als de druk continu
daalt, zit er een lek in het zonnecircuit.
De zwaartekrachtrem sluit niet.
Andere oorzaak
De regeling is niet in orde.
Andere oorzaak
f H ù
ê Ö
Raadpleeg de bedienings- en installatiehand-
leiding van de regelaar.
Informeer uw vakman.
Als de installatie in gebruik wordt genomen,
verdwijnt de aanslag na enkele weken. Het
vocht ontsnapt via de ingebouwde ventilaties-
leuven.
De regelaar is op de normale wijze uitgescha-
keld en gaat automatisch weer in werking,
wanneer de waarde onder de ingestelde ma-
ximumtemperatuur daalt.
Controleer de zekeringen.
Informeer uw vakman.
Informeer uw vakman.
Open de blokkeerinrichting.
Informeer uw vakman.
Informeer uw vakman.
Controleer nogmaals op eventuele fouten als
de zonnestraling sterk genoeg is.
Informeer uw vakman.
Informeer uw vakman.
Informeer uw vakman.
Informeer uw vakman.
Controleer de stand van de instelschroef op de
zwaartekrachtrem.
Informeer uw vakman.
Informeer uw vakman.
Informeer uw vakman.
Toerentalgeregelde pompen schakelen niet
onmiddellijk uit, maar pas nadat het laagste
toerental werd bereikt.
Informeer uw vakman.
ê¼¼ùé¼ù