.C+He
.C.C& ùÖ¼ ¼ ¼ || ï ê Ö¼ .C.C& BEDIENING Algemene aanwijzingen _____________________________________2 Informatie over dit document _________________________________ 2 Veiligheidsaanwijzingen _______________________________________ 2 Andere aandachtspunten in deze documentatie __________ 3 Algemene aanwijzingen Meeteenheden ___________________________________________________ 3 Veiligheid _____________________________________________________3 Informatie over dit document Voorgeschreven gebruik _______________________________________ 3 Het hoofdstuk "Bediening"...
.C.C& p¼êùêÖä¼ê® Andere aandachtspunten in deze documentatie Toestelbeschrijving De vlakke inbouwcollector wordt geïntegreerd in het dakoppervlak Info (dakhelling minstens 30°). Een doorlopend collectorveld waar- Aanwijzingen worden door horizontale lijnen boven en borgt de dichtheid van het dak. De collectoren kunnen naast elkaar onder de tekst begrensd.
.C.C& ù¼ ¼ ¼ ä¼ù ¼ Problemen verhelpen Hierna worden maatregelen beschreven om problemen te ver- helpen. Neem contact op met uw vakman als u het probleem met deze instructies niet kunt verhelpen. ê Ö ||÷ f H ù ê Ö Storing/foutmelding op de regelaar Er zit een fout in de installatie;...
.CZ`<<`. p¼êùêÖä¼ê® .CZ`<<`. Toestelbeschrijving De collector is speciaal bedoeld voor verticale integratie in het dak. De lasergelaste aluminium absorbeerder is over het volledige oppervlak voorzien van een zeer selectieve vacuümcoating (Miro- Veiligheid Therm). De hydraulische verbinding tussen de collectoren wordt gerealiseerd door middel van een stekkerverbinding.
.CZ`<<`. |ùù| ê¼ 9.2.2 Andere leidingen Installatie Voorzie alle leidingen die worden gerealiseerd met klemring- De installatie, de ingebruikname, het onderhoud en de reparatie schroefkoppelingen, persfittingen en gegolfde slangen, van ge- mogen alleen worden uitgevoerd door een vakman. schikte dichtingsmiddelen. De dichtingen moeten bestand zijn Houd rekening met de ongevallenpreventievoorschriften.
.CZ`<<`. |ùù| ê¼ Installatievoorbeeld De systeemschets toont de principiële uitvoering van een zonne- installatie. III Collector 5 Veiligheidsklep V Verwarming 6 Expansievat 1b Handontluchter 7 Boiler 2 Regeling 10 Vul- en aftapkraan 2a Buitentemperatuursensor 11 Alternatieve naverwarming (bijvoorbeeld warmtepomp) 2k Temperatuursensor in de collectordompelhuls 16 Afstandsinstelling nominale waarde 2s Boilersensor zonne-installatie 28 Koudwater-veiligheidsgroep conform DIN 1988...
.CZ`<<`. |Ö¼ Dakdoordringingen 10. Montage WAARSCHUWING Letsel Wees voorzichtig wanneer u omgaat met scherpe ran- den. Draag beschermende kleding. 10.1 Montageplaats GEVAAR Letsel Let op de veiligheidsvoorschriften wanneer u op een dak werkt! Laat alle dakwerken uitvoeren door een vakman. f Controleer de toestand van de dakconstructie.
.CZ`<<`. |Ö¼ 10.1.3 Montagehoogte 10.3 Montage van de collectoren naast elkaar (bij pannendak tot 20 m montagehoogte) De montageframes zijn voorzien voor een maximale montag- ehoogte van 20 m bij een sneeuwbelasting van 1,25 kN/m². Dit 10.3.1 Overzicht komt overeen met een voorgeschreven sneeuwbelasting van 1,2 kN/m².
Pagina 10
.CZ`<<`. |Ö¼ f Spijker de loodplaat op de derde daklat, zodat de loodplaat 10.3.2 Voorbereiding de rij pannen eronder minstens 100 mm bedekt. Ter plaatse te voorzien: f Wanneer meerdere collectoren naast elkaar worden ge- - per collectorveld worden vier bijkomende daklatten met de monteerd, dient u erop te letten dat de loodplaten zijdelings dikte van de bestaande daklatten en de lengte van het col- minstens 100 mm overlappen.
.CZ`<<`. |Ö¼ f Plaats de collectoren. Houd rekening met het hoofdstuk Inbouwsituatie rechts "Transport naar het dak". Begin met de rechtercollector. Inbouwsituatie rechts 1 Collectorveld-afsluitstrip 2 Dichtingstrip 1 Rechterafsluitstrip 2 Dichtingstrip f Haak de rechtercollector aan de collectorveld-afsluitstrip. Inbouwsituatie midden f Haak de collectoren aan elkaar, terwijl u deze plaatst.
Pagina 12
.CZ`<<`. |Ö¼ f Boor voor de schroefkoppeling de daklatten op de overeen- komstige plaatsen voor (Ø 4,5 mm). Per collector zijn tien bevestigingspunten voorzien; vier bevestigingspunten aan de onderzijde van de collector en zes aan de bovenzijde. f Schroef de collector vervolgens op de daklatten. Zorg er bij de rechtercollector voor dat de rechterzijafdekking ook wordt vastgeschroefd en bij de linkercollector dat de linkerzijafdek- king wordt vastgeschroefd.
.CZ`<<`. |Ö¼ 10.3.7 Afdekkap aanbrengen 10.3.9 Loodslab 1 Loodslab f Sla in de door beide randpannen af te dekken zone de loods- lab bovenlangs in, zodat er zijdelings geen water in het dak kan lopen. 1 Afdekkap 10.3.10 Collectorveld afdekken 2 Panopheffing f Monteer de afdekkap op de collector.
.CZ`<<`. |Ö¼ f Monteer de onderste collectorrij zoals beschreven in het vo- rige hoofdstuk. f Boor voor de schroefkoppeling de tien bevestigingspunten per collector voor ( 4,5). f Bevestig in een eerste stap alleen de vier schroeven aan het onderste uiteinde van de collector. De zes schroeven aan het bovenste uiteinde worden geplaatst, wanneer de tussenaf- dekking wordt bevestigd.
.CZ`<<`. |Ö¼ 10.4.1 Middelste afdekkap monteren 10.6.1 Bliksembeveiliging van de collectorbehuizing f Wanneer alle collectoren en de linkerafsluitstrips zijn 1 Bliksembeveiliging gemonteerd, monteert u de middelste afdekkap op de Om de collector te integreren in de bliksembeveiliging moet de afdekkingshouder. boring van de bovenste plaatafdekking worden gebruikt.
.CZ`<<`. |Ö¼ 10.11 De zonne-installatie vullen VOORZICHTIG letsel f Voor u met warmtedragermedium omgaat, dient u veiligheidshandschoenen te dragen. f Draag een veiligheidsbril! f Houd rekening met het op het einde van deze hand- leiding afgedrukte EG-veiligheidsgegevensblad van de warmtedragervloeistof. Voor u het warmtedragercircuit vult, dient u na te gaan of de buisinstallatie is voltooid, de collectoren zijn aangesloten en de boiler is gevuld.
.CZ`<<`. |Ö¼ 10.14 Afsluiten van het vulproces f Verlaag de installatiedruk naar de vereiste vuldruk. Als de in- stallatie koud is, is de minimale vuldruk 0,35 MPa (3,5 bar). f Sluit de vul- en aftapkranen af met de bijgeleverde afsluitkappen. f Breng het veiligheidsgegevensblad van de warmtedragervlo- eistof aan op de installatie! f Laat de zonne-installatie ‘s nachts rusten.
.CZ`<<`. . Ö¼ ê÷ | ¼ 11. Ingebruikname 12. Onderhoud f Draai alle schroefkoppelingen vast. Info f Controleer de vuldruk van de installatie. U kunt bij ons een onderhoudscontract afsluiten. Info Bij een koude installatie (onder 30 °C) bedraagt de mini- 12.1 Onderhoud male vuldruk 0,35 MPa (3,5 bar).
.CZ`<<`. ê Ö¼ ¼ ä¼ù ¼ 13. Storingen verhelpen In de volgende storingstabel vindt u ook alle informatie over de maatregelen die in het hoofdstuk "Wat moet u doen als" worden be- schreven, om storingen te verhelpen. ê Ö ||÷ H ù...
Pagina 20
.CZ`<<`. ê Ö¼ ¼ ä¼ù ¼ ê Ö ||÷ H ù ê Ö De manometer toont een drukdaling. Korte tijd na het vullen van de installatie is een druk- Is de automatische ontluchter vergrendeld? verlies normaal, omdat er nog lucht uit de installatie Controleer de schroefkoppelingen, de pakkingbussen op de ontsnapt.
&VC`. B.<.e C Vt<.C& Garantie Voor toestellen die buiten Duitsland zijn gekocht, gelden de garantievoorwaarden van onze Duitse ondernemingen niet. Bovendien kan in landen waar één van onze dochtermaat- schappijen verantwoordelijk is voor de verkoop van onze producten, alleen garantie worden verleend door deze doch- termaatschappij.
ZT.Z `V[. H
ZAe& q ÷| ÷ê Ö ù ¼ H
ZAe& OBSŁUGA Wskazówki ogólne _________________________________________ 24 Informacje dotyczące niniejszego dokumentu ____________ 24 Wskazówki dotyczące bezpieczeństwa _____________________ 24 Inne oznaczenia stosowane w niniejszej dokumentacji _ 25 Wskazówki ogólne Jednostki miar ___________________________________________________ 25 Bezpieczeństwo ____________________________________________ 25 Informacje dotyczące niniejszego dokumentu Użytkowanie zgodne z przeznaczeniem ____________________ 25...
H
ZAe& ¼ ê¼ ¼ Inne oznaczenia stosowane w niniejszej Opis urządzenia dokumentacji Kolektor płaski montuje się w połaci dachu (nachylenie dachu min. 30°). Ciągłe pole kolektorów gwarantuje szczelność dachu. Wskazówka Kolektory można montować obok siebie lub jeden nad drugim. Ko- Wskazówki są ograniczone poziomymi liniami powyżej i lektor jest przeznaczony do dachu krokwiowego z folią...
H
ZAe& | ê¼ ù¼ Usuwanie problemów Poniżej opisano czynności mające na celu usunięcie problemów. Jeśli podane wskazówki nie pomogą w rozwiązaniu problemu, należy zwrócić się do specjalisty. e ¼ ÷| ê | ê¼ Usterka/komunikat o usterce regulatora W instalacji występuje usterka; czujnik jest uszkodzony lub Zapoznać...
.CZ`<8 ¼ ê¼ ¼ .CZ`<8 Opis urządzenia Kolektor jest specjalnie przystosowany do montażu pionowo w dachu. Spawany laserowo aluminiowy absorber pełnopłaszczyz- nowy posiada wysoce selektywną powłokę nanoszoną próżniowo Bezpieczeństwo (Miro-Therm). Połączenia hydraulicznego kolektorów dokonuje się przy pomocy połączenia wtykowego. Ogólne wskazówki dotyczące bezpieczeństwa Osłona ze szkła bezpiecznego o grubości 3,2 mm (szyba antyod- blaskowa) chroni absorber.
.CZ`<8 |ù|õ| 9.2.2 Inne przewody Instalacja Przy wszystkich przewodach tworzonych za pomocą połączeń Instalacja, uruchomienie, jak również konserwacja i naprawa śrubowych pierścienia zaciskowego, złączek wciskanych oraz mogą być wykonane wyłącznie przez specjalistę. elastycznych rur falistych należy zastosować odpowiednie środki Należy przestrzegać przepisów bhp. uszczelniające.
.CZ`<8 |ù|õ| Przykład Rysunek systemu przedstawia zasadnicze wykonanie instalacji solarnej. Kolektor Zawór bezpieczeństwa Ogrzewanie Naczynie wzbiorcze Odpowietrznik ręczny Zasobnik Regulator Zawór napełniający i spustowy Czujnik temperatury zewnętrznej Alternatywny dogrzew (np. pompa ciepła) Czujnik temperatury w tulei zanurzeniowej kolektora Zdalny nastawnik wartości zadanej Czujnik zasobnika instalacji solarnej Zespół...
.CZ`<8 Przepusty dachowe 10. Montaż OSTRZEŻENIE – obrażenia ciała Zachować ostrożność przy ostrych krawędziach. Nosić odzież ochronną. 10.1 Miejsce montażu ZAGROŻENIE obrażeniami ciała Podczas prac na dachach przestrzegać zasad bezpiec- zeństwa! Prace na dachu powierzyć specjaliście. f Sprawdzić stan konstrukcji dachu. Uwzględnić obciążenia statyczne.
.CZ`<8 10.1.3 Wysokość montażowa 10.3 Montaż kolektorów obok siebie (na dachu krytym dachówką holenderską do wys. montażowej Ramy montażowe przystosowane są do maksymalnej wysokości 20 m) montażowej równej 20 m przy obciążeniu śniegiem na poziomie 1,25 kN/m². Opowiada to normie obciążenia śniegiem 1,2 kN/m². 10.3.1 Widok 10.2 Transport na dach Na obu poniższych rysunkach przedstawiono widok sytuacji mon-...
Pagina 32
.CZ`<8 10.3.2 Przygotowanie Uszkodzenie urządzenia i zanieczyszczenie środowiska Na miejscu należy przygotować: Blacha ołowiana między ołatowaniem i dachówką nie może utworzyć zagłębienia, w którym mogłaby zbierać - Na jedno pole kolektora wymagane są cztery dodatkowe łaty się deszczówka. dachowe o grubości istniejących łat i długości pola kolektora oraz elementy mocujące do nich, jak również...
Pagina 33
.CZ`<8 f Zamocować listwę montażową zamykającą do łat dachowych trzema dołączonymi klamrami. Klamry sięgają nad listwę montażową zamykającą i każdą należy zamocować dwoma własnymi gwoździami. Sytuacja montażowa z prawej strony f Założyć kolektory. Zwrócić uwagę na rozdział „Transport na dach”. Zacząć od prawego kolektora. 1 Listwa montażowa zamykająca pole kolektorów 2 Listwa uszczelniająca Sytuacja montażowa z prawej strony...
Pagina 34
.CZ`<8 10.3.4 Przykręcanie kolektorów do łat dachowych 1 Śruba mocująca z uszczelką 2 Prawa osłona boczna 3 Prawa listwa maskująca f Wywiercić w odpowiednich miejscach otwory do przykręce- f Zamontować klamrę łączącą na przejściu między kolektorem nia w łatach dachowych (Ø 4,5 mm). Dla każdego kolektora a połączeniem wtykowym.
Pagina 35
.CZ`<8 10.3.6 Łączenie kolektorów 10.3.8 Uszczelnianie Do połączenia kolektorów służy połączenie wtykowe SV-I (patrz 1 Paski uszczelniające „Niezbędne wyposażenie dodatkowe”). f Z lewej i prawej strony pola kolektorów oraz przy górnej Obracanie i regulacja zamontowanych przyłączy jest niedozwo- krawędzi pola kolektorów należy zamocować paski uszczel- lona.
.CZ`<8 10.3.10 Przykrywanie pola kolektorów 2 2 2 1 Kątownik montażowy f Założyć dachówki dookoła pola kolektorów. 2 Dodatkowe łaty dachowe 10.4 Montaż kolektorów jeden nad drugim Przy rozmieszczeniu kolektorów jeden nad drugim montuje się dodatkowe łaty dachowe dla dolnego rzędu kolektorów. Sposób (na dachu krytym dachówką...
Pagina 37
.CZ`<8 10.4.2 Sytuacja po całkowitym zakończeniu montażu 1 Środkowa pokrywa 2 Środkowa osłona boczna 3 Blacha ołowiana 4 Uchwyt osłony f Zamocować blachę ołowianą na dwóch dodatkowo zamon- towanych łatach dachowych dla górnego rzędu kolektorów. Blacha ołowiana powinna zachodzić na łaty dachowe oraz na wcześniej zamontowane kolektory (dolny rząd kolektorów) na 100 mm.
.CZ`<8 10.5 Czujnik kolektora 10.9 Przepłukiwanie przewodów rurowych Prawidłowe podłączenie czujnika kolektora ma decydujące znac- Przed podłączeniem kolektorów przepłukać gruntownie wodą zenie dla prawidłowego działania instalacji solarnej. system przewodów rurowych zainstalowany w budynku, aby w f Zamocować przewód czujnika, np. opaskami kablowymi. instalacji nie pozostały ciała obce.
.CZ`<8 f Po zakończeniu płukania otworzyć zawór regulacyjny w stacji 10.11.2 Napełnianie instalacji solarnej solarnej, obracając gniazdo śruby regulacji przepływu (nad Zawsze podczas napełniania i opróżniania otworzyć zawory od- wskaźnikiem strumienia objętości) w położenie pionowe. powietrzające w najwyższym punkcie instalacji. Zamknąć zawory f Usunąć...
.CZ`<8 10.15 Izolacja cieplna Uszkodzenie urządzenia i szkody ekologiczne Po zakończeniu próby ciśnieniowej zamontować zawór Pamiętać, aby przed założeniem izolacji cieplnej wykonać próbę bezpieczeństwa. ciśnieniową oraz kontrolę szczelności instalacji. Zaizolować wszystkie przewody rurowe. Materiał izolacyjny przy- gotowuje klient we własnym zakresie. 10.13 Kontrola szczelności [ ¼®...
.CZ`<8 ä ê¼ ê¼ 11. Uruchomienie 12. Konserwacja f Dokręcić wszystkie połączenia śrubowe. Wskazówka f Sprawdzić ciśnienie napełnienia instalacji. Oferujemy możliwość zawarcia umowy serwisowej. Wskazówka Przy zimnej instalacji (poniżej 30°C) minimalne ciśnienie 12.1 Konserwacja napełnienia wynosi 0,35 MPa (3,5 bara). f Sprawdzić, czy instalacja, łącznie z układem regulacji, zabez- pieczeniami i zasobnikiem działa prawidłowo.
.CZ`<8 | ê¼ ¼ ¼÷ 13. Usuwanie usterek Poniższa tabela usterek zawiera również wszystkie informacje dotyczące usuwania usterek podane w rozdziale „Co robić gdy”. e ¼ ÷| ê | ê¼ Usterka/komunikat o usterce regulatora W instalacji występuje usterka; czujnik jest uszkod- Zapoznać...
.CZ`<8 | ê¼ ¼ ¼÷ e ¼ ÷| ê | ê¼ Manometr wskazuje spadek ciśnienia. Przez krótki czas po napełnieniu instalacji spadek Czy automatyczny odpowietrznik jest odcięty? ciśnienia jest zjawiskiem normalnym, ponieważ Sprawdzić połączenia śrubowe, dławnice przy zasuwach odci- z instalacji uchodzi powietrze.
Pagina 44
.CZ`<8 | ¼ ¼ä ê ¼ 14. Dane techniczne 14.1 Tabela danych ZH< ¼ ê Numer katalogowy 230020 Wykonanie Montaż w dachu Typ kolektora Kolektor płaski Konstrukcja Pionowa Kolor ramy Srebrny Wysokość 2340 Szerokość 1155 Głębokość Masa Materiał obudowy Aluminium, odporne na słoną wodę Osłona szklana Szkło bezpieczne Grubość...
&qVC8 H+VHC [VHHq.Z: . Vt:<.C& Gwarancja Urządzeń zakupionych poza granicami Niemiec nie obejmu- ją warunki gwarancji naszych niemieckich spółek. Ponadto w krajach, w których jedna z naszych spółek córek jest dystrybu- torem naszych produktów, gwarancji może udzielić wyłącznie ta spółka. Taka gwarancja obowiązuje tylko wówczas, gdy spół- ka-córka sformułowała własne warunki gwarancji.