Stap voor stap
•
Nummerweergave uit/in:
functiecode
•
Deur openen:
functiecode
•
Deuropener vrijgeven:
functiecode
•
Schakelaar in/uit:
functiecode
•
Niet storen:
functiecode
•
Verkort kiezen:
functiecode,
•
Functies voor een ander:
functiecode
Vooropgesteld: u hebt een toestel met toonkiezen
(DTMF-kiezen) of uw toestel kan op toonkiezen worden
omgeschakeld. Uw toestel is niet direct op het systeem
aangesloten.
Breng een verbinding met het systeem tot stand. Tele-
foonnummer invoeren (raadpleeg uw systeembeheer-
der).
Wacht tot u de ononderbroken kiestoon hoort (toestel
evt. omschakelen op toonkiezen), vervolgens het u
toegewezen interne toestelnummer en de
bijbehorende persoonlijke PIN-code invoeren.
Functiecode invoeren (alleen noodzakelijk indien gepro-
grammeerd).
Op de kiestoon wachten en de functiecode invoeren,
bijv.
97 voor "niet storen in". Eventueel aanvullende ge-
*
gevens invoeren, zie ook de gebruiksaanwijzing voor
IDK/TDK (DTMF) -toestellen).
of
Extern telefoonnummer kiezen.
U kunt telkens één functie activeren of één uit-
gaande verbinding tot stand brengen. Na het ac-
tiveren van een functie wordt de verbinding di-
rect verbroken. Bij een extern-extern-verbinding
via ISDN wordt de verbinding verbroken zodra
één van de gesprekspartners de verbinding ver-
breekt.
Overige functies gebruiken
86 / #86 Æ pagina 16
*
61 Æ pagina 14
*
89 / #89 Æ pagina 15
*
90 / #90 Æ pagina 45
*
97 / #97 Æ pagina 13
*
7 Æ pagina 24
*
83 Æ pagina 41
*
43