Inhoudsopgave
Advertenties
LET OP
!
Foutfunctie door verontreiniging van de
volumebooster!
Bij montage, transport, opslag enz. mag
geen doorstromend medium in het apparaat
binnendringen.
5.1 Inbouwpositie
Type 3755-1:
Î Een uitlijning met de afvoerluchtzijde
naar boven is niet toegestaan!
Î De volumebooster zo monteren dat de
afvoerluchtzijde naar onderen of naar
de zijkant is gericht.
Î Als er kans is op insneeuwen, ijsvorming
of vuilafzetting, moet de volumebooster
met de afvoerluchtzijde naar beneden
worden gericht of door geschikte appa-
raten/afdekkingen worden beschermd.
Type 3755-2:
De toegestane inbouwpositie hangt af van
de toepassing van de afvoerluchtaansluiting.
Î De inbouwpositie van de volumebooster
is willekeurig als de afvoerluchtaanslui-
ting vast aan een leiding is verbonden.
Î Bij gebruik van een inschroefgeluiddem-
per, hoofdstuk 3.3, pagina 12 in acht
nemen.
EB 8393 NL
Montage en ingebruikname
5.2 Pneumatische
aansluitingen
De luchtaansluitingen voor signaal, instru-
mentenlucht, aandrijving en de afvoerlucht-
aansluiting bij type 3755-2 worden in inter-
ne leidingfittingen in G of NPT uitgevoerd
(zie artikelcode, pagina 8).
− De inschroefgaten van de G-versies ko-
men overeen met de vorm X in de stan-
daardversie conform DIN 3852-2.
− De inschroefgaten van de NPT-versies
zijn conform ANSI/ASME B1.20.1 ont-
worpen voor de montage met een moer-
sleutel.
Het volgende geldt voor de aansluitingen:
Î Voor de montage alle leidingen ontdoen
van vuil en vreemde objecten.
Î Schroefverbindingen vakkundig met ge-
schikt montage- en afdichtingsmateriaal
monteren om koudlassen ('vastlopen')
van de schroefdraad te voorkomen.
Î Teflontape is als afdichting niet toege-
staan!
Î Alle schroefverbindingen moeten veilig
worden aangetrokken.
21
Advertenties
Inhoudsopgave
