• Wanneer de waarde stabiel is en binnen het bereik van de geselecteerde buffer wordt de toets
CFM weergegeven. Druk op CFM om het eerste punt te bevestigen.
• De gekalibreerde waarde en de tweede verwachte buffer worden dan weergegeven in het
display.
• Dompel, na bevestiging van het eerste kalibratiepunt, de pH-elektrode en de temperatuur-
sonde ongeveer 4 cm in de tweede bufferoplossing en roer voorzichtig.
• Druk indien nodig op de pijltoetsen om een andere bufferwaarde te selecteren.
• " " knippert totdat de meting stabiel is.
• Wanneer de waarde stabiel is en binnen het bereik van de geselecteerde buffer wordt de toets
CFM weergegeven. Druk op CFM om de kalibratie te bevestigen.
• De gekalibreerde waarde en de derde verwachte buffer worden weergegeven.
• Dompel, na bevestiging van het tweede kalibratiepunt, de pH-elektrode en de temperatuur-
sonde ongeveer 4 cm in de derde bufferoplossing en roer voorzichtig. Hou de temperatuur-
sonde dicht bij de pH-elektrode.
• " " knippert totdat de meting stabiel is.
• Wanneer de waarde stabiel is en binnen het bereik van de geselecteerde buffer wordt de toets
CFM weergegeven.
• Druk op CFM om het kalibratiepunt te bevestigen.
• De gekalibreerde waarde en de vierde verwachte buffer worden vervolgens weergegeven.
• Dompel, na bevestiging van het derde kalibratiepunt, de pH-elektrode ongeveer 4 cm in de
vierde bufferoplossing en roer voorzichtig.
• Druk indien nodig op de pijltoetsen om een andere bufferwaarde te selecteren.
• " " knippert totdat de meting stabiel is.
• Wanneer de waarde stabiel is en binnen het bereik van de geselecteerde buffer wordt de toets
CFM weergegeven.
10