Plaats de sensor in de kalibratiebeker. Het is uiterst belangrijk dat er geen
•
luchtbellen zijn in het optisch gebied.
Zacht schudden van de sensor of de beker kan nodig zijn om de luchtbellen
•
weg te krijgen alvorens de beker volledig vast te zetten. Raak de beker niet
aan tijdens het kalibreren.
4.7.2 Standaard procedure
Selecteer 'Turbidity calibration' in het menu. De gemeten waarde wordt getoond op het grootste deel van
•
het scherm, terwijl de standaard waarde oplicht op het secundaire gedeelte.
De huidige turbiditeitswaarde, de standaardwaarde en "Not ready" worden weergegeven en een stabili-
•
teitstimer telt af.
Wanneer de aflezing stabiel is, vertoont het scherm "Ready".
•
Druk 'Confirm' om het kalibratiepunt te aanvaarden en te vervolgen met de tweede standaard.
•
Maak de kalibratiebeker schoon en hervul met 20,0 FNU standaard.
•
Dompel de sensor in de 20,0 FNU spoelbeker en verwijder de overtollige oplossing.
•
Plaats de sensor in de 20,0 FNU kalibratiebeker en verwijder
•
luchtbellen in het optische gebied.
Wanneer de aflezing stabiel is, vertoont het scherm "Ready".
•
Druk 'Confirm' om het tweede kalibratiepunt te aanvaarden. De
•
kalibratie kan worden gestopt na de 20,0 FNU-waarde. Druk
'esc'.
De opgeslagen gegevens worden weergegeven, gevolgd door
•
"Calibration completed". Druk op 'ok' of 'Measure'.
Om door te gaan met de derde standaard:
Maak de kalibratiebeker schoon en hervul met de 200,0 FNU
•
standaard.
Dompel de sensor in de 200,0 FNU spoel kalibratiebeker en
•
verwijder dan de overtollige oplossing.
Plaats de sensor in de 20,0 FNU kalibratiebeker en verwijder luchtbellen in het optische gebied.
•
Wanneer de aflezing stabiel is, vertoont het scherm "Ready".
•
Druk 'confirm' om het derde punt te aanvaarden en sla de kalibratie op.
•
Na bevestiging worden de volgende berichten getoond: "Storing" en "Calibratin completed"
•
Druk 'ok' om terug te keren naar het kalibratiemenu.
•
Om terug te keren naar het hoofdmenu, druk tweemaal 'esc'.
•
Druk 'Measure' om terug te keren naar het meetscherm.
•
Om de fabriekskalibratie te herstellen, selecteer deze optie in het turbiditeitskalibratiemenu en druk dan
•
'Select'.
De kalibratieprocedure kan worden beëindigd na 1 of 2 punten door 'esc' te drukken. Een enkel kali-
bratiepunt is enkel aangeraden om de offset te updaten van een vorige twee- of driepunts kalibratie.
Een tweepunts kalibratie is aangeraden wanneer de verwachte turbiditeitsaflezingen onder
100 FNU zijn.
4.7.3 Aangepaste kalibratieprocedure
Als u wenst te kalibreren met formazine-standaarden, is het mogelijk om aangepaste waarden te gebruiken.
Bereid de standaarden, gebaseerd op gepubliceerde internationale protocollen.
Handleiding HI 9829
| 29
4/09/2015