Hoofdstuk 3 | Instellingen
Een aantal parameters moeten worden geprogrammeerd voor de meting. In het hoofdmenu zijn er twee in-
stellingsmogelijkheden: 'Measurement' en' System setup'. De 'Measurement setup' staat toe om de getoonde
lezingen en hun eenheden te plaatsen, 'System setup' staat toe om de systeemparameters, bv. interfacetaal,
datum en tijd, lcd-contrast, geluidssignalen ... in te stellen.
3.1 Instelling metingen
Schakel de meter aan door op de aan/uit-toets te drukken.
•
Na installatie gaat de meter in meetmodus en de actieve softkeys zijn 'log' en
•
'menu'.
Duw op 'menu', selecteer: ' Measurement Setup' met de pijltjestoets en druk op
•
'ok'.
Op het scherm kunt u de hele lijst van meetbare parameters aflezen.
•
Om een parameter te selecteren, blader met de pijltjestoets tot de gewenste
•
functie oplicht.
Het is mogelijk om elke parameter te activeren of te deactiveren. Een aangevinkte
functie, of de meeteenheid naast de parameters, betekent dat deze worden geac-
cepteerd.
Voor sommige parameters is het ook mogelijk om verschillende meeteenhe-
den en resolutie aan te duiden door op de 'unit of resolution'-softkey te druk-
ken.
Temperatuur
Het is mogelijk om K,°F en °C te selecteren.
pH, mV van pH-input, ORP, DO % verzadiging, zoutgehalte
Deze parameters kunnen slechts worden aan- of uitgezet, de meeteenheid en
resolutie zijn vast ingesteld.
DO-concentratie
Het is mogelijk om het volgende te selecteren: ppm of mg/l.
Geleidbaarheid en werkelijke geleidbaarheid
Het is mogelijk om het volgende te selecteren: auto (automatisch bereik alle-
bei µS/cm en mS/cm), 1 µS/cm, 0,001 mS/cm, 0,01 mS/cm, 0,1 mS/cm, auto
mS (automatisch bereik in mS/cm).
Handleiding HI 9829
| 15
4/09/2015