4
1
1-32
Voorbeeldset
Controleer de uitgevoerde voorbeeldset
[Annuleren] of [Wijzig instellingen].
Resterende afdrukken:
Druk op [Start afdrukken].
Kopiëren annuleren:
Druk op [Annuleren].
Wijzigen van de kopieerinstellingen:
Druk op [Wijzig instellingen]
Om het aantal kopieën in te voeren, gebruikt u
om uw invoer te wissen.
Druk op [ ] of [ ] als u de belichting wilt aanpassen. (Raadpleeg "Handmatige belichting"
op pag. 3-2.)
Druk op [Papierselectie] om het papierformaat aan te passen. (Raadpleeg "Papierselectie"
op pag. 2-25.)
Om de kopieën te sorteren, drukt u op [Afwerken]. (Raadpleeg "Sorteren van kopieën/
afdrukken" op pag. 3-33.)
Druk op [Marge] als u een inbindmarge wilt instellen. (Raadpleeg "Marge mode" op
pag. 4-40.)
Druk op [Kleurbalans] als u kleuraanpassingen wilt doorvoeren. (Raadpleeg "Aanpassen
van de kleur" op pag. 4-81.)
Om verborgen tekst op te nemen in de achtergrond, drukt u op [Beveiligd watermerk].
(Raadpleeg "Verborgen tekst opnemen in de achtergrond" op pag. 4-98.)
Om dubbelzijdige kopieën te maken, drukt u op [2-Zijdige kopie]. (Raadpleeg "Dubbelzijdig
kopiëren/afdrukken" op pag. 3-45.)
Als u één voorbeeldset afdrukt en daarna de instellingen wijzigt, zal de machine vanaf de
eerste set met de nieuwe instellingen afdrukken.
Als u de aangebrachte wijzigingen wilt controleren, drukt u op [Voorbeeldset]
procedure vanaf stap 2.
selecteer [Start afdrukken],
wijzig de noodzakelijke instellingen
-
(numerieke toetsen) en gebruikt u
druk op [Gereed].
herhaal de