2
Druk op [Instellen]
Stel de oriëntatie en positie van het nummer in.
Selecteer de grootte van het nummer, de weergave van de datum en de kleur van de tekens.
Geef de datum aan.
Druk op [Type afdruk]
U kunt voor het type afdruk [Transparant] of [Overdruk] selecteren. Als [Transparant] is
geselecteerd, kunt u ook de grijstint aanpassen door op [Licht] of [Donker] te drukken.
Als u de afdrukpositie wilt aanpassen, drukt u op [Positie aanpassen]
druk op [-] of [+] om de desbetreffende positie in te stellen
3
Druk op [Gereed].
Kopieën waarbij de originele afbeelding is verschoven
(Beeldverschuiving)
Voor informatie over deze procedure met behulp van het scherm met basisfuncties voor
normaal kopiëren raadpleegt u "De originele afbeelding verschuiven," op pag. 4-36.
BELANGRIJK
• Als [Centreren/Hoekverschuiving] is geselecteerd en het origineel en de kopie dezelfde afmetingen
hebben en een zoompercentage van 100% is ingesteld, zal de afbeelding op het origineel niet worden
verschoven.
• Als u de verschuivingspositie invoert met de numerieke toetsen is het mogelijk dat het origineel niet
volledig wordt gekopieerd. Dit is afhankelijk van het formaat van het origineel, het formaat van het
kopieerpapier en de mate van verschuiving.
Kopieën maken waarop de originele afbeelding naar het midden of
een hoek is verschoven
1
Druk op [Boek/Pag. Bew/Versch]
geef elke instelling aan.
selecteer het gewenste type afdruk.
[Beeldverschuiving].
Boek/Pag. Bew/Versch. instellingen
druk op [X] en [Y]
druk op [Gereed].
7-57
7