Aanpassen van de beeldkwaliteit (Beeldkwal.
aanpassing)
Voor informatie over deze procedure met behulp van het scherm met basisfuncties voor
normaal kopiëren raadpleegt u "Aanpassen van beeldkwaliteit," op pag. 4-78.
BELANGRIJK
• Als u in het scherm Scannen of het scherm met basisfuncties voor kopiëren bij belichting [A] (Auto)
selecteert, vervolgens op [Beeldkwal. aanpassing] drukt en fijnaanpassingen aanbrengt, wordt de
automatische belichtingsinstelling voor kopiëren/scannen geannuleerd. Wanneer u wijzigingen
aanbrengt in de beeldkwaliteit en vervolgens bij de belichtingsinstelling voor kopiëren/scannen [A]
(Auto) selecteert, wordt de Beeldkwal. aanpassing mode geannuleerd en wordt de automatische
belichting toegepast.
• Om automatisch de kwaliteit van de achtergrond aan te passen, selecteert u [A] (Automatisch) bij de
scan-/kopiebelichting. (Raadpleeg "Automatische belichting" op pag. 3-6.)
Verwijder Achtergrond
1
7
2
3
7-82
Beeldaanpassing instellingen
Druk op [Beeldaanpassing]
Druk op [Verwijder achtergrond].
Als u fijn-aanpassingen wilt aangeven aan de densiteit van de achtergrondkleur, druk dan op
[Fijn-aanpas.].
Druk op [Gereed].
[Beeldkwaliteitaanpassing].