3
Geef elke instelling aan
[Opsl. postbusnaam]:
Druk op [Opsl. postbusnaam]
<Wachtwoord>:
Als u voor deze Vertrouwelijke fax postbus een wachtwoord wilt invoeren, voert u het
wachtwoord in met
laten. U kunt voor een wachtwoord niet alleen nullen invoeren, zoals <0000000>.
[URL TX instel.]:
Als u de machine instelt om via e-mail een link te verzenden naar de Vertrouwelijke fax postbus
waar het document is opgeslagen, kunt u via de UI op afstand (gebruikersinterface) van de
machine het document in de Vertrouwelijke fax postbus controleren en bewerkingen uitvoeren.
Om via e-mail een link te verzenden naar een Vertrouwelijke fax postbus, drukt u op [URL TX
instellingen]
geef de bestemming aan
BELANGRIJK
Omdat u een opgeslagen wachtwoord op geen enkele wijze kunt controleren, raden wij u aan het
wachtwoord te noteren en op te bergen op een veilige plek.
OPMERKING
Als Gebruik sterretje bij invoer van Toegangsnummer/Wachtwoord bij de systeeminstellingen
(via het scherm Extra functies) is uitgeschakeld, zal het wachtwoord niet als sterretjes worden
weergegeven (*******). (Raadpleeg Hoofdstuk 6 "Instellingen systeembeheerder" in de
Naslaggids.)
4
Druk op [Gereed].
druk op [OK].
Voer een naam in
-
(numerieke toetsen)
druk op [OK].
Aanpassen van postbusinstellingen
druk op [OK].
druk op [OK]. U kunt het wachtwoord blanco
8
8-19