2
7
7-30
Een kopie maken met het scherm met basisfuncties voor spoedkopieën
Selecteer het type nietje ([Hoek], [Dubbel] of [Rugniet]) en de
nietpositie.
Geef rugnieten aan.
Als u [Voeg omslag toe.] selecteert, selecteer dan de papierbron, de kopieerinstellingen en
het type papier
druk op [OK].
BELANGRIJK
• U dient voor het voorblad hetzelfde papierformaat te selecteren als het formaat dat wordt
gebruikt voor de pagina's van het document.
• U kunt voor het papier alleen Dik 2 selecteren als u niet op de omslag afdrukt.
• Voor de tekstpagina's van het document kan alleen 64 t/m 105 g/m
• Papier met het volgende gewicht kan worden gebruik als omslagblad:
- Bij afdrukken om de omslag: 64 tot 209 g/m
- Zonder afdrukken om de omslag: 64 t/m 253 g/m
• De oriëntatie op de papiertafel voor het plaatsen van de zijde van het papier dat wordt gebruikt
voor de omslag is afhankelijk van het type papier, zoals onderstaand wordt getoond:
- Normaal, Gerecycled, Gekleurd, Bond, Dik 1: tekstzijde omhoog
- Dik 2: tekstzijde omlaag
• Als u [Voeg omslag toe.] selecteert, kunt u het kopieerpapier niet via de papiertafel invoeren.
Druk op [Papierselectie]
2
2
selecteer de papierbron.
2
papier worden gebruikt: