Gebruik van de numerieke toetsen
1
Druk op [Verwerken/Layout]
2
Druk op [Num. toets invoer].
BELANGRIJK
• Meet het formaat en de positie van het te markeren vlak op het origineel voordat u de volgende
stap uitvoert.
• Meet de XY-waarden eerst vanaf de afbeelding naar de rechterrand en vervolgens naar de
bovenrand van het origineel. De machine weet dan precies wat het formaat en de positie van het
vlak is.
3
Druk op [X1], [X2], [Y1] en [Y2]
om de respectievelijke afmetingen aan te geven.
[X1]: De afstand tussen de rechterrand van het vlak en de rechterrand van het origineel.
[X2]: De afstand tussen de linkerrand van het vlak en de linkerrand van het origineel.
[Y1]: De afstand tussen de bovenrand van het vlak en de bovenrand van het origineel.
[Y2]: De afstand tussen de onderrand van het vlak en de onderrand van het origineel.
U kunt maximaal vier vlakken aangeven.
[Vlakbepaling].
gebruik
-
(numerieke toetsen)
Verwerken/Layout instellingen
7
7-71