2
3
3
4
3-38
Sorteren van kopieën/afdrukken
OPMERKING
Als u Auto sorteren bij Kopieerinstellingen (in het scherm met extra functies) heeft ingeschakeld,
wordt de Sorteren of de Sorteren + Verschuiven mode automatisch ingesteld zodra u uw
originelen in de aanvoer plaatst. (Raadpleeg "Automatisch sorteren" op pag. 8-9.)
Druk op [Sorteren (paginavolgorde)].
De optionele Finisher-W1 of
Rugnieteenheid-W2 en
Ponseenheid-AG1 zijn aangesloten.
Als u ponsgaten wilt aanbrengen, drukt u op [Ponsen].
Als u [Roteren] selecteert:
Druk op [Volgende]
selecteer [A4] of [A4R].
BELANGRIJK
• [Roteren] kan alleen in de volgende situaties worden geselecteerd:
- Als het beschikbare papierformaat handmatig wordt geselecteerd
- Als het beschikbare papierformaat zowel horizontaal als verticaal is geplaatst
- De geselecteerde papierbron dient bij Standaard instellingen (via het scherm Extra functies) te
zijn ingeschakeld voor Lade geschikt voor APS/ADS. (Raadpleeg Hoofdstuk 4 in de
Naslaggids.)
• Wanneer u voor de Roteren mode Automatische papierselectie heeft geselecteerd, zorg dan dat
u een papierformaat heeft geselecteerd dat kan roteren. Anders zal de uitvoer niet roteren.
• Is er geen papier dat kan worden geroteerd, dan wordt de uitvoer gesorteerd.
Druk op [OK].
Druk op
.
Geen finisher aangesloten.