Nederlands
Afb.2.11
Afb.2.12
ArtNo.274-0008
Prof DL warmer control 1
Afb.2.13
ArtNo.274-0008
Prof DL warmer control 1
Afb.2.14
Afb.2.15
De ring mag alleen op de wokbranders worden gebruikt.
Wanneer u de ring plaatst, zorg dan dat deze goed op een
pannendrager staat en dat de wok vlak op de ring staat
(Afb.2.10).
De ring wordt zeer heet tijdens gebruik. Wacht voldoende tijd
om de ring af te laten koelen voordat u deze beetpakt.
De keramische kookplaat
Het linker gedeelte van de kookplaat heeft een tweeledig
doel. Het kan worden gebruikt als keramische kookplaat om
een pan op de gebruikelijke manier te verhitten (Afb.2.11) of
het kan worden gebruikt om de grillplaat te verhitten.
Het achterste gedeelte, aangeduid met een ring, is voor
koken met een pan.
Er zijn twee elementen die het mogelijk maken om het hele
gebied te verhitten of alleen de achterste helft.
Om het hele gebied te verhitten, draait u de kookplaatknop
rechtsom (Afb.2.12).
Om alleen de achterste ring te gebruiken, draait u de
kookplaatknop linksom (Afb.2.13).
Het indicatielampje boven de bedieningsknop brandt
wanneer de kookplaatbediening wordt ingeschakeld en blijft
branden zolang het oppervlak afkoelt.
U kunt ook een grote vispan over beide verwarmingszones
plaatsen.
Wees altijd voorzichtig voordat u het oppervlak aanraakt,
ook wanneer het is uitgeschakeld. Het kan warmer zijn dan u
denkt.
Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor keramische
kookplaten.
Wij raden roestvrijstalen en geëmailleerde stalen pannen
aan, omdat potten en pannen met een koperen of aluminium
bodem sporen achterlaten op de kookplaat die moeilijk te
verwijderen zijn.
Potten en pannen moeten een dikke, gladde, vlakke
bodem hebben (Afb.2.14). Dit zorgt voor een maximale
warmteoverdracht van de kookplaat naar de pan, waardoor
er snel en energiezuinig gekookt kan worden. Gebruik nooit
een wok met ronde bodem, ook niet met een standaard.
De allerbeste pannen hebben een bodem die zeer licht
gebogen is wanneer ze koud zijn. Als u een liniaal langs
de bodem houdt, ziet u een kleine spleet in het midden
(Afb.2.15). Als ze warm worden, zet het metaal uit en ligt de
bodem plat op het kookoppervlak.
Zorg dat de bodem van de pan schoon en droog is om te
voorkomen dat er residu's achterblijven op de kookplaat. Dit
helpt ook krassen en afzettingen te voorkomen.
Gebruik altijd pannen die even groot zijn (of iets groter dan)
het op de kookplaat gemarkeerde gebied (Afb.2.16). Door
kleinere pannen te gebruiken wordt warmte verspild en
brandt gemorst voedsel aan. Door een deksel te gebruiken,
kookt de inhoud sneller.
Til pannen altijd van de kookplaat. Schuivende pannen
10