• U kunt een naam zoeken op de eerste letter, de eerste twee letters of de
eerste drie letters. Druk op ENTER na het invoeren van het
gewenste aantal letters. Er wordt een lijst weergegeven met de namen
die beginnen met de ingevoerde letter(s).
Functie wachtende oproep
Als er een tweede oproep wordt ontvangen tijdens een huidige oproep,
dan kunt u de eerste beller even laten wachten terwijl u de tweede
oproep beantwoordt. Als u klaar bent met de ene oproep, kunt u naar de
andere overschakelen.
Als er een tweede oproep wordt ontvangen tijdens de
huidige oproep (oproep 1), wordt de informatie over de
tweede beller (oproep 2) weergegeven in plaats van de
naam van de huidige beller. Druk op 2. De functie voor
een wachtende oproep wordt geactiveerd.
In dit geval wordt oproep 1 in wacht geplaatst terwijl u oproep 2
beantwoordt.
Opmerkingen
• Druk in de functie voor een wachtende oproep op 1 of 2 om te
schakelen tussen de persoon waarmee u een gesprek voert en de
wachtende persoon.
• Houd in de functie voor een wachtende oproep 1 of 2 gedurende
minstens 2 seconden ingedrukt om oproep 1 of oproep 2 te beëindigen;
de andere oproep wordt automatisch beantwoord.
• In de functie voor een wachtende oproep kunt u op VIEW drukken om
de weergave te wijzigen tussen het wachtnummer (1 of 2) en de naam
van de beller.
Een nummer voorprogrammeren in het
telefoonboek (sneltoets)
U kunt vaak gebelde nummers toewijzen aan voorgeprogrammeerde
toetsen om deze snel te kunnen bellen. U kunt maximaal zes vaak
gebelde nummers toekennen aan voorgeprogrammeerde cijfertoetsen.
Selecteer een nummer in het telefoonboek dat u wilt
voorprogrammeren. Houd gedurende minstens 2
seconden een van de preset buttons (1 through 6)
ingedrukt om het nummer op te slaan.
Het telefoonnummer dat u geselecteerd hebt wordt opgeslagen
in een voorgeprogrammeerde knop.
Opmerkingen
• Als er onder een naam verschillende nummers geregistreerd zijn in het
telefoonboek, drukt u op ENTER nadat u de naam hebt
geselecteerd. Draai aan de Rotary encoder om het gewenste nummer
te kiezen. Houd een van de preset buttons (1 through 6) gedurende
minstens 2 seconden ingedrukt. Het geselecteerde nummer wordt
opgeslagen als een preselectienummer.
• U kunt maximaal 18 telefoonnummers opslaan in het
preselectiegeheugen (6 nummers voor elke mobiele telefoon in de lijst
met gekoppelde apparaten). Als er een mobiele telefoon gewist wordt uit
de lijst met gekoppelde apparaten, worden de opgeslagen
preselectienummers van deze mobiele telefoon eveneens gewist, zelfs als
deze later opnieuw wordt gekoppeld.
• Als u een telefoonnummer opslaat in een preselectiegeheugen dat reeds
een nummer bevat, zal het huidige nummer gewist en vervangen
worden door het nieuwe nummer.
Een preselectienummer bellen
1
Druk in de telefoonmodus op een van de preset buttons
(1 through 6) waaronder een nummer opgeslagen is.
De informatie (naam/nummer) die opgeslagen is onder het
preselectienummer wordt weergegeven.
2
Druk op ENTER of f.
Het opgeslagen preselectienummer wordt meteen gebeld.
Het volume aanpassen wanneer u een
oproep ontvangt
U kunt het volume aanpassen terwijl u belt.
Draai aan de Rotary encoder om het volume aan te
passen.
Opmerking
• Het kan nodig zijn dat u het volume hoger zet dan het volumeniveau
waarop u normaal naar muziek luistert. Als u het volume echter
overdadig verhoogt, kan dit leiden tot terugkoppeling. Terugkoppeling
hangt rechtstreeks samen met het volume. Verminder het volume zoveel
mogelijk om de terugkoppeling te verminderen. Door de microfoon zo te
plaatsen dat hij weg is gericht van de hoofdluidsprekers van de auto (bv.
vastgeklemd op de zonneklep), kunt u ook terugkoppeling verminderen
bij een hoog volume.
De microfooningang snel dempen
(stemdemping)
Als u tijdens het bellen de functie voor stemdemping activeert, wordt de
microfooningang onmiddellijk gedempt. De beller hoort uw stem niet
langer.
Druk tijdens het bellen op om de microfooningang te
dempen.
Druk nogmaals op om het volumeniveau van de
microfooningang te herstellen.
Opmerking
• Deze handeling kan ook uitgevoerd worden via het optiemenu van de
telefoonmodus (belmodus). Zie "Instellingen aanpassen via het
optiemenu" op pagina 21.
Oproepen overschakelen
Met deze functie kunt u tijdens het bellen de geluidsuitvoer
overschakelen tussen de mobiele telefoon en de luidsprekers in de auto.
Druk tijdens het bellen op BAND om het gespreksgeluid
te schakelen tussen het toestel en de mobiele telefoon.
Opmerkingen
• Afhankelijk van de mobiele telefoon is het mogelijk dat deze handeling
niet wordt uitgevoerd.
• Deze handeling kan ook uitgevoerd worden via het optiemenu van de
telefoonmodus (belmodus). Zie "Instellingen aanpassen via het
optiemenu" op pagina 21.
31
-NL