11. Gebruikersinstellingen
ZOM/WIN
Voor het instellen van de buitentemperatuur waarboven de
verwarming wordt uitgeschakeld.
- De verwarmingspompen worden uitgeschakeld,
- De brander start slechts voor de behoeften aan sanitair
warmwater,
- Het symbool E verschijnt.
Als men deze parameter instelt op NEE, zal de verwarming nooit
automatisch onderbroken worden.
KALIBR.BUITENV: Kalibratie buitensensor
Voor het corrigeren van de buitentemperatuur.
Voorbeeld: Werkelijke buitentemperatuur = 10°C
Weergegeven
temperatuur
KAL.BUIT.TEMP instellen op -1.
•
KALIBR.RUIM...: Kalibratie van omgeving
(Met omgevingssensor)
Voor het corrigeren van de kamertemperatuur.
Voorbeeld: Ingestelde temperatuur = 20°C
Weergegeven
temperatuur
KALIBR.RUIM... instellen op +1
Voer deze instelling 2 uur na het onder spanning brengen uit,
wanneer de kamertemperatuur gestabiliseerd is.
RUI.VERSCH...: verschuiving omgeving
(Zonder omgevingssensor)
Laat toe een stooklijn te regelen.
Voorbeeld: Ingestelde temperatuur = 20°C
Gemeten temperatuur = 19°C: De parameter RUI.VERSCH...
instellen op +1.
Voer deze instelling 2 uur na het onder spanning brengen uit,
wanneer de kamertemperatuur gestabiliseerd is.
VORSTB.RUIM...: Antivries omgeving
(Met omgevingssensor)
Voor het instellen van de kamertemperatuur die voor iedere kring
in de vorstvrije functie blijft.
50
=
11°C:
De
parameter
=
19°C:
De
parameter
DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus
19/01/2017 - 300014254-03