Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Belangrijke Opmerkingen Betreffende De Behandeling Van De Verwarmingskring; Plaatsing Van De Ketel Op Een Nieuwe Installatie (Installatie Van Minder Dan 6 Maanden); Plaatsing Van De Ketel Op Een Bestaande Installatie - De Dietrich ELIDENS DTG130-45 Eco.NOx Plus Technische Handleiding

Gasgestookte condensatie
Inhoudsopgave

Advertenties

7.3 Belangrijke opmerkingen betreffende de behandeling van de verwarmingskring

De centrale verwarmingsinstallaties moeten gereinigd
worden zodat afval (koper, vlasdraad, soldeersel) dat
veroorzaakt is bij de uitvoering van de installatie, en
aanslag die tot storing kan leiden (lawaai in de installatie,
chemische reactie tussen de metalen) verwijderd worden.
Het
is
verder
verwarmingsinstallaties te beschermen tegen de risico's
van corrosie, kalkaanslag en bacteriële besmetting door
middel van het gebruik van een anticorrosiemiddel dat
geschikt is voor alle typen installatie (radiatoren van staal,
gietijzer, vloerverwarming XLPE). De voor de behandeling
van het verwarmingswater gebruikte producten moeten
goedgekeurd zijn door de overheid.
Voor Zwitserland: De kwaliteit van het water moet voldoen aan de
richtlijnen nr. 97-1F van de SICC "Behandeling van water bestemd
voor verwarmings-, stoom-, koel- en airconditioninginstallaties".
Wij raden het gebruik aan van de producten van het assortiment
SENTINEL van GE BETZ voor de preventieve en curatieve
behandeling van de verwarmingswaterkringen.
Plaatsing van de ketel op een nieuwe installatie
(installatie van minder dan 6 maanden)
- Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om het
afval uit de installatie te verwijderen (koper, vlasdraad, soldeersel).
- Spoel de installatie goed door totdat het water helder is en geen
vuildeeltjes meer bevat.
- Bescherm de installatie tegen corrosie door middel van een
anticorrosiemiddel of tegen corrosie en vorst door middel van een
anticorrosie- en antivriesmiddel.

Plaatsing van de ketel op een bestaande installatie

- Verwijder slijk uit de installatie met een reinigingsmiddel.
- Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om het
afval uit de installatie te verwijderen (koper, vlasdraad, soldeersel).
- Spoel de installatie goed door totdat het water helder is en geen
vuildeeltjes meer bevat.
- Bescherm de installatie tegen corrosie door middel van een
anticorrosiemiddel of tegen corrosie en vorst door middel van een
anticorrosie- en antivriesmiddel.
De
ketel
dient
uitsluitend
verwarmingsinstallaties met gesloten kring. Bij vloerverwarming,
moet de installateur een veiligheidsthermostaat tegen oververhitting
met handmatige reset installeren. Voor een vloerverwarmingskring
zonder isolatie van het systeem mogen uitsluitend zuurstofdichte
verwarmingsbuizen gebruikt worden. Indien de fabrikant van
kunststof buizen een chemisch additief voorziet, dient met name
gecontroleerd te worden of er geen enkele contra-indicatie is voor het
gebruik van onderdelen van aluminium of een legering met
aluminium. Voor de vloerverwarmingssystemen met buizen die niet
zuurstofdicht zijn, moet het systeem geïsoleerd worden
(warmtewisselaar). In dat geval moet de kring in de vloer apart
beveiligd worden (Expansievat, Veiligheidsklep).
Een beveiliging van het minimale waterpeil is niet nodig, de
beveiliging wordt verzorgd door de druksensor.
19/01/2017 - 300014254-03
belangrijk
de
centrale
gebruikt
te
worden
DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus
Minimum waterdebiet
Het maximale temperatuurverschil tussen het aanvoer- en
retourwater evenals de stijging van de aanvoertemperatuur worden
beperkt door de regeling van de ketel. De ketel heeft dan ook geen
minimum debiet nodig, op voorwaarde dat hij werkt bij een maximum
temperatuur van 75 °C.
Is dit niet het geval, dan moet het minimum debiet zijn:
- 160 l/h voor DTG130-45,
- 240 l/h voor DTG130-65,
- 300 l/h voor DTG130-90,
- 350 l/h voor DTG130-115.
In geval van het geluid van stromend water
Het geluid van stromend water kan voorkomen bij installaties met
een directe verwarmingskring, voorzien van thermostaatkleppen, bij
sommige gebruiksomstandigheden wanneer de hydraulische
systemen niet goed uitgebalanceerd zijn.
In dat geval is het aanbevolen een vooraf ingestelde differentiaalklep
(200-250 mbar) te monteren tussen de aanvoerleiding en de
retourleiding van de verwarmingsinstallatie.
Een verkeerde afstelling van de differentiaalklep kan leiden
tot een continue vermeerdering van het naar de ketel
terugstromende water.
in
In geval van bijzondere eisen voor een geluidloze werking dient een
differentiële drukregelaar
150 mbar).
: Radiator.
7. Installatie
gemonteerd te worden (instelling 100-
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave