Conformiteitsverklaring Het apparaat is conform het in de conformiteitsverklaring beschreven standaardtype. Het is vervaardigd en in bedrijf genomen overeenkomstig de Europese richtlijnen. De originele conformiteitsverklaring is bij de fabrikant op te vragen. DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus 19/01/2017 - 300014254-03...
1. Veiligheidsvoorschriften 1 Veiligheidsvoorschriften Gevaar Werkzaamheden aan de installatie mogen Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen uitsluitend worden uitgevoerd door deskundig van acht jaar en ouder en mensen met personeel, volgens de regels van de kunst en de lichamelijke, gevoelsmatige geestelijke aanwijzingen in deze handleiding.
1. Veiligheidsvoorschriften 1.2 Aanbevelingen Om de goede werking van het toestel te werkzaamheden elektrische garanderen, moet deze handleiding nauwkeurig apparatuur mogen uitsluitend uitgevoerd worden gevolgd. worden door een hiertoe bevoegde vakman, overeenkomstig de geldende voorschriften. Werkzaamheden aan de installatie mogen uitsluitend worden uitgevoerd door deskundig Controleer of het apparaat is afgesteld op de personeel.
1. Veiligheidsvoorschriften 2 Over deze handleiding 2.1 In de handleiding gebruikte symbolen Opgelet gevaar Bijzondere informatie Kans op lichamelijk letsel en materiële schade. Neem altijd Hou rekening met de informatie om het comfort te behouden. de instructies in acht voor de veiligheid van personen en Verwijzing goederen.
Pagina 8
1. Veiligheidsvoorschriften DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus 19/01/2017 - 300014254-03...
3. Beschrijving 3 Beschrijving 3.1 Algemeen De verwarmingsketels DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus zijn Zij zijn ontworpen voor ketelhuizen met warm water in een gesloten condensatie-gasketels, uitgevoerd om op de vloer te worden kring, met een maximale bedrijfstemperatuur van 90 °C. De geplaatst en voorzien van een conversationeel regelsysteem installatie hiervan wordt aangeraden op verwarmingsinstallaties met DIEMATIC3.
3. Beschrijving 3.4 Technische gegevens 3.4.1 Ketel - Voor een werking met aardgas of propaangas (Zie "Overgang van - Warmtewisselaar uit één stuk van een aluminium/siliciumlegering. aardgas naar propaangas"). - Cilindervormige brander met voormengsel, bedekt met metalen - De ketel is in de fabriek ingesteld voor een werking met aardgas vezels.
3. Beschrijving 3.6.2 Geïnstalleerde verwarmingsketel Het wordt aangeraden ruimte vrij te houden: - 2.5 cm aan beide zijden van de ketel (vereenvoudigt het demonteren van de ketelmantel). - 60 cm voor de ketel, - 40 cm boven de ketel, • DTG-45 / DTG130-65 / DTG130-90 / DTG130-115 Eco.NOxPlus A.
3. Beschrijving 3.7 Hydraulische eigenschappen De volgende diagrammen geven afhankelijk van het debiet weer: De bij de uitgang van de ketel beschikbare manometrische hoogte wordt voor een vastgesteld debiet verkregen door het verschil tussen - de manometrische hoogten van de circulatiepompen van de de manometrische hoogte van de circulatiepomp en het drukverlies verwarming (Optie), van de ketel.
Pagina 18
3. Beschrijving Circulatiepomp UPML XX-95 130 AUTO (Klasse A pomp): - Als optie voor . (Colli SA13). [kPa] Q [m³/h] Q [l/s] C005031-A Constante druk Proportionele druk Werkdruk Manometrische opvoerhoogte in meters waterkolom Debiet Met de gebruikersinterface kan men kiezen tussen 6 bedieningscurven in 2 bedieningsmodi: - 3 curven van proportionele druk (PD), - 3 curven van constante druk/kracht (CP).
Pagina 19
3. Beschrijving Drukverliezen DTG130-45 A. Druk in mwk B. Waterdebiet (m3/u) C. Drukverliezen Drukverliezen DTG130-65 Drukverliezen DTG130-90 Drukverliezen DTG130-115 19/01/2017 - 300014254-03 DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus...
4. Bedieningspaneel 4 Bedieningspaneel 4.1 Elektromechanische onderdelen Het paneel moet steeds onder spanning staan: Hoofdschakelaar Aan / Uit - om voordeel te trekken uit de anti-vastkitfunctie van de Manometer verwarmingspomp. * Afhankelijk van het model van het apparaat is de manometer Gebruik de cyclus: handbediend (weergave op de wijzerplaat) of automatisch (weergave d.m.v.
4. Bedieningspaneel 4.3 Toegankelijke toetsen als het luik gesloten is Selectietoetsen voor werkingsmodus Instelling van de temperaturen AUTO Werkwijze volgens geprogrammeerde uurregeling Comfort temperatuur Geforceerde werking bij comforttemperatuur: - tot middernacht indien knippert Geringe temperatuur - permanent indien permanent brandt Geforceerde werking bij geringe temperatuur: Temperatuur SWW - tot middernacht indien...
4. Bedieningspaneel 4.5 Werkingsmodus Selecteer de werkingswijzen met behulp van de toetsen AUTO - • Toets = Nachtcyclus De verwarming werkt volgens de nachttemperatuur, • Toets AUTO = Automatische modus onafhankelijk van de uurregelingen. De verwarming en de s.w.w.-productie werken volgens de voor iedere kring •...
4. Bedieningspaneel Antivries Tijdelijke inschakeling (Aantal dagen) Permanente inschakeling Eerste korte druk: Toets Lange druk 5 seconden: Toets Voor alle kringen: Met DIEMATIC Stel het aantal dagen dat u afwezig bent af (vandaag = De pijl boven de toets brandt 1) met behulp van de toetsen (max.
5. Richttemperaturen verwarming en sanitair warm water 5 Richttemperaturen verwarming en sanitair warm water Comfort temperatuur Geringe temperatuur Temperatuur SWW 5.1 Gewenste temperatuur verwarming De dag- en nachttemperatuur worden voor iedere kring apart ingesteld: Temperatuur Instelbereik Fabrieksinstelling - Selecteer de dagtemperatuur of de nachttemperatuur voor de Comfort 5 tot 30 ºC 20 ºC...
6. Programmaselectie 6 Programmaselectie 6.1 Programma's verwarming • De regelaar DIEMATIC 3 omvat 4 verwarmingsprogramma's: • Toewijzing van een programma aan een kring: - 1 vast programma P1, standaard ingeschakeld. - Het circuit selecteren met behulp van de toets A.B.C. - 3 aanpasbare programma's P2, P3, P4, die zich aan de leefwijze - Selecteer het programma met behulp van de toets PROG.
7. Installatie 7 Installatie 7.1 Reglementaire installatie- en onderhoudsvoorwaarden raadplegen Het toestel moet door een erkend installateur geïnstalleerd en - DIN 4705: berekening van de afmetingen van de schouwen. onderhouden worden volgens de geldende regelgeving inzake goed - DIN EN 12828 (versie van juni 2003): verwarmingssystemen in vakmanschap: gebouwen.
7. Installatie 7.3 Belangrijke opmerkingen betreffende de behandeling van de verwarmingskring Minimum waterdebiet De centrale verwarmingsinstallaties moeten gereinigd worden zodat afval (koper, vlasdraad, soldeersel) dat Het maximale temperatuurverschil tussen het aanvoer- en veroorzaakt is bij de uitvoering van de installatie, en retourwater evenals de stijging van de aanvoertemperatuur worden aanslag die tot storing kan leiden (lawaai in de installatie, beperkt door de regeling van de ketel.
Pagina 28
7. Installatie Installatie De ketels DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus moeten geïnstalleerd worden in een vorstvrije ruimte. Teneinde beschadiging van de ketels te voorkomen, dient vervuiling van de verbrandingslucht door chloor- of fluorverbindingen voorkomen te worden, daar deze uitermate corrosief zijn. Deze verbindingen bevinden zich bijvoorbeeld spuitbussen, verf,...
8. Aansluiting van de verwarmingsketel 8 Aansluiting van de verwarmingsketel Deze handelingen dienen door een bevoegd vakman Sluit altijd de gastoevoerkraan, voordat u een druktest op de uitgevoerd te worden. gastoevoerleiding uitvoert. Hierdoor worden beschadigingen als gevolg van overdruk bij de gasregelaar voorkomen.. De druk De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende wettelijke verminderen alvorens de kraan te openen.
8. Aansluiting van de verwarmingsketel 8.4 Aansluitingen van de schoorsteenaccessoires - De horizontale delen aan de rookgaskant zullen uitgevoerd worden met een helling van 3 % in de richting van de ketel. De De stofkap verwijderen. doorsnede van de ventilatieopening voor de aansluitingen van het De rookgasleiding of het verse-lucht/rookgasafvoer systeem type B (d.w.z.
8. Aansluiting van de verwarmingsketel 8.4.1 Classificatie 3 3 3 Configuratie B Montage in cascade. Configuratie C Aansluiting lucht/rookgassen op een horizontale Verplichte accessoires: gevel- of dakdoorvoer door middel van concentrische leidingen. Rookgasklep (Colli HC154). Alarm- en bedieningsmodule AM35 (Colli GR12). Configuratie C Aansluiting lucht/rookgassen op een verticale Voor de aansluiting op de elektrische klemmenstrook, de handleiding...
8. Aansluiting van de verwarmingsketel 8.4.2 Lengte van de lucht-/rookgasleidingen Lmax wordt gemeten door de lengte van de lucht-/ rookgasleidingen op te tellen bij de gelijke lengtes van de andere elementen. Maximale lengte van de aansluitbuizen (Meter) Type aansluiting lucht/rookgassen Diameter DTG130-45 DTG130-65...
8. Aansluiting van de verwarmingsketel 8.5 Elektrische aansluiting Voor de conformiteit van de elektrische aansluiting, moet het apparaat gevoed worden door een circuit uitgerust met een meerpolige netschakelaar met een opening groter dan 3 mm of een stopcontact. 12 Vertreksensor (circuit B) Driewegklep (circuit C) 13 Ingang 0-10 V Pomp (circuit C)
9. Inbedrijfstelling 9 Inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door Leeg de verwarmingsinstallatie volledig en spoel deze door, voor de een erkend installateur. inbedrijfname. De ketel kan beschadigen bij werking met een leeg sifon. 9.1 Vullen van de installatie Vul de installatie met water.
Pagina 36
9. Inbedrijfstelling 9.3.1 DTG130-45 / DTG130-65 / DTG130-90 Voor België: Werkzaamheden aan de gasmodule mogen Til het klepje van het paneel op. uitsluitend uitgevoerd worden door een monteur van de Gedurende 2 seconden gelijktijdig toetsen fabriek (Bijvoorbeeld: SERV’élite). drukken. De verwarmingsketel is standaard ingesteld voor werking met Het vermogen van de brander instellen met behulp van de aardgas G20, IWs = 15.0 kWh/m .
Pagina 38
9. Inbedrijfstelling 9.3.2 DTG130-115 Voor België: Werkzaamheden aan de gasmodule mogen uitsluitend uitgevoerd worden door een monteur van de fabriek (Bijvoorbeeld: SERV’élite). De fabrieksinstelling van de ketel is voor werking op de aardgasgroep G20. Voor de overgang van aardgas G20 naar aardgas G25 moet de met de ketel meegeleverde transformatieset geïnstalleerd worden.
9. Inbedrijfstelling Plaatsing van de set voor omzetting op aardgas C001282-B Meet het O -gehalte van de rookgassen met behulp van het meetapparaat. -gehalte (%) Maximale belasting 4.2 - 4.7 Aardgas G20 3.5 - 4.0 Aardgas G25 Aardgas G25 (Nederland) 3.8 - 4.3 3.8 - 4.3 G25.1...
Pagina 40
9. Inbedrijfstelling Indien de waarden buiten de tolerantiewaarde vallen : - Controleer de inlaatdruk van het gas. - Controleer of het geïnstalleerde diafragma bij de gebruikte gassoort hoort : (G25 = Diameter 9.8, G20 = Diameter 8.6, Propaan = Diameter 6.7). Het vermogen van de brander op het minimumvermogen afstellen met behulp van de toets -.
10. Foutmeldingen 10 Foutmeldingen 10.1 Fouten Bij een gebrekkige werking kan u op de display één van de volgende meldingen te zien krijgen. Contacteer uw installateur. Melding Mogelijke oorzaak Handeling Het bericht ZIE AFST geeft de Druk voor het annuleren van de afwijkingen op alle afstandsbedieningen gedurende 5 ZIE.AFST aanwezigheid van een afwijking op een seconden op de toets AUTO.
Pagina 43
10. Foutmeldingen Fouten Mogelijke oorzaak Handeling GEB.VENT.UIT De ventilator werkt niet Ventilator defect De bekabeling van de ventilator controleren (corrosie van de verbinding) Defect bedienings- en veiligheidskastje GEB.VENT.IN De ventilator werkt permanent Elektrische aansluitingen onderbroken Bediening ventilator defect (de ventilator vervangen) GEBR.
10. Foutmeldingen 10.2 Vergrendeling (tijdelijk) Artikelnr. Beschrijving Controle BL.LUCHT De parameters zijn verkeerd ingesteld Het keteltype controleren Tijdelijk de elektrische voeding van de ketel onderbreken met behulp van de Aan/Uit-schakelaar De bedrading controleren BL.RET.HOG.KET Retourtemperatuur > Aanvoertemperatuur gedurende 10 minuten minimum, Omgekeerde aansluiting of de aanvoer- en retoursensor omgekeerd.
11. Gebruikersinstellingen 11 Gebruikersinstellingen Toetsen voor toegang tot de instellingen en metingen Selecteren van de titels Selecteren van de lijnen Terug naar de titel of de voorgaande regel Programmeertoetsen Invoeren (in schijven van telkens een halfuur) van de dagperiodes of van de periodes waarin het laden van het reservoir toegestaan is (donkere zone) Invoeren (in schijven van telkens een halfuur) van de nachtperiodes of van de periodes waarin het laden van het reservoir niet toegestaan is (lichte zone)
11. Gebruikersinstellingen Aan het einde van de interventie, worden de gegevens in het geheugen opgeslagen na 2 minuten of door te drukken op de toets AUTO. 11.2 Programmering Standaard programmering Alle aangepaste programma's worden vervangen door hun fabrieksinstelling. Zie hoofdstuk Programmaselectie Het programma P1 wort aan alle verwarmingskringen Reinitialisatie van de programma's toegewezen.
Pagina 47
11. Gebruikersinstellingen #PROG.BOILER: Sanitair warm water #PROG.HULPUITG: Programmering van de hulpuitgang opwarming toegestaan Toegelaten werking Maandag Maandag Dinsdag Dinsdag Woensdag Woensdag Donderdag Donderdag Vrijdag Vrijdag Zaterdag Zaterdag Zondag Zondag Drukken op Display Ingestelde parameter Fabrieksinstelling #PROG.KRING.A * Verwarmingsprogramma van de kring A indien aanwezig PROGALLE DAGEN P2 PROG MAANDAG P2 PROG DINSDAG P2...
11. Gebruikersinstellingen 11.3 Afstelling Fabrieksinstellin Drukken op Display Ingestelde parameter Instelbereik Instelling klant #INSTELLINGEN De parameters worden ingesteld met behulp van toets CONTRAST DISPL Laat het regelen van het contrast van het display toe met de toetsen VERLICHT De verlichting is permanent indien het circuit zich in comfortperiode bevindt Indien de weergegeven kring zich in de nachtperiode...
Pagina 50
11. Gebruikersinstellingen ZOM/WIN Voor het instellen van de buitentemperatuur waarboven de verwarming wordt uitgeschakeld. - De verwarmingspompen worden uitgeschakeld, - De brander start slechts voor de behoeften aan sanitair warmwater, - Het symbool E verschijnt. Als men deze parameter instelt op NEE, zal de verwarming nooit automatisch onderbroken worden.
11. Gebruikersinstellingen 11.4 Klokinstellingen Fabrieksinstellin Drukken op Display Ingestelde parameter Instelbereik Instelling klant #TIJD - DAG De parameters worden ingesteld met behulp van toets UREN MINUTEN daarna MAAND DATUM JAAR ZOMER UUR AUTO: automatische overgang naar de zomertijd op de laatste zondag van maart en naar de wintertijd op AUTO de laatste zondag van oktober.
12. Installateursinstellingen 12 Installateursinstellingen Deze handelingen dienen door een bevoegd vakman De verschillende instellingen en de programmering blijven in uitgevoerd te worden. het geheugen opgeslagen, zelfs na een stroomonderbreking. Het luik dat het display omringt openen. Gedurende 5 seconden drukken op de toets installateur Voor het herstellen van de fabrieksinstellingen van de behulp van een schroevendraaier of de punt van een potlood.
12. Installateursinstellingen 12.1 Professionele instellingen Ingestelde Fabrieksinstelli Drukken op Display Instelbereik parameter #TAAL Selectie van de taal met behulp van toets seconden FRANCAIS FRANCAIS daarna daarna #MAX TEMP Instelling van de grenstemperaturen met behulp van toets MAX.KETEL TEMP Max. temperatuur van de ketel en richttemperatuur van 80 ºC 30 tot 90 ºC de ketel in geval van s.w.w.-productie...
Pagina 54
12. Installateursinstellingen MTKG (Temperatuur beginpunt curve) Hiermee kan aan de kring van de verwarmingsketel een minimum temperatuur worden opgelegd. Voor het besturen/bedienen van de ketel met constante temperatuur door middel van TPC, moet de helling van de kring A/B op 0 worden ingesteld. Deze instelling is nodig om een kring van het hete-luchttype of voor een zwembad te bedienen.
12. Installateursinstellingen 12.2 Instellingen voor een verwarmingskring Fabrieksin Instelling Drukken op Display Ingestelde parameter Instelbereik stelling klant #INSTALL.PARAM Instelling van de speciale parameters van de installatie met behulp van toets daarna INERTIE GEBOUW Kenmerken van de inertie van het gebouw 0 (10 uren) tot 3 (22 uur) 10 (50 uren)
Pagina 56
12. Installateursinstellingen INERTIE GEBOUW INSTEL CURVE . Wijziging van de fabrieksinstelling heeft slechts in enkele Onafhankelijke instelling voor elk circuit. uitzonderlijke gevallen zin. - Verwarmingscurve kring A 0 voor een gebouw met een lage thermische inertie. 3 voor een gebouw met een normale thermische inertie. 10 voor een gebouw met een hoge thermische inertie.
12. Installateursinstellingen 12.2 Instellingen voor een verwarmingskring (vervolg) Fabrieksinstell Drukken op Display Ingestelde parameter Instelbereik Instelling klant #INSTALL.PARAM Instelling van de speciale parameters van de installatie met behulp van toets daarna T.ING: OPENEN Ingang telefoon actief indien het contact geopend OPENEN SLUIT SLUIT...
Pagina 58
12. Installateursinstellingen Instelling T.ING: OPENEN SLUIT OPENEN SLUIT Toestand T.ING: OPEN SLUIT SLUIT OPEN T.ING VORSTBEV. Bedrijfstoestan Antivriesmodus Antivriesmodus Bedrijfstoestand van de d van de ketel ketel SWW+VERW Bufferreservoir Brander, laadpomp verwarming Bedrijfstoestand van de ketel. bestemd voor de (hulppomp) en SWW-laadpomp verwarming en uitgeschakeld.
Pagina 59
12. Installateursinstellingen T.ING: Functie 0-10 V Bepaalt de staat van het contact (open of gesloten) dat de aan Deze functie laat toe de ketel te bedienen via een extern systeem die de telefooningang gekoppelde functie activeert. een uitgang 0-10 V bevat verbonden met de ingang 0-10 V. Deze bediening legt de ketel een ingestelde temperatuur op.
12. Installateursinstellingen 12.3 Overige Fabrieksinstell Drukken op Display Ingestelde parameter Instelbereik Instelling klant #OVERIGE PARAM De parameters worden ingesteld met behulp daarna van toets DSP: WISSEL Afwisselende display van de twee volgende WISSEL displays WISSEL TIJD-DAG TIJD-DAG Permanente uurdisplay KETEL TEMP KETEL TEMP Permanente temperatuurdisplay BAND BREEDTE...
12. Installateursinstellingen 12.4 Controle van de parameters en van de ingangen/uitgangen (testmodus) Drukken op Display Staat van de parameters, uitgangen of ingangen 10 seconden daarna #PARAMETERS K.VOLGE Omschakeling van de cascade (1 = permutatie 1-2, 2 = permutatie 2-1) W.TRAP Aantal ingeschakelde trappen (Aantal ketels dat om verwarming vraagt) TP.CASC.
Pagina 62
12. Installateursinstellingen Drukken op Display Staat van de parameters, uitgangen of ingangen #TEST INGANG daarna TELEFOON Brug op telefooningang (1 = aanwezigheid, 2 = afwezigheid) VLAM. Vlam (1 = aanwezigheid, 2 = afwezigheid) GEBREK Weergave foutmeldingen: ja (1) of nee (0) SEQ.
13. Aanpassing aan een ander type gas 13 Aanpassing aan een ander type gas Voor België: Alleen SERV’élite heeft toestemming De gasinstallatie en -aansluiting van de ketel moeten aanpassingen aan dit toestel uit te voeren. uitgevoerd worden door een hiertoe bevoegde vakman overeenkomstig de aanwijzingen van de normen NBN D 51.003, NBN D 30.003, NBN B 61.001, NBN B 61.002 en NBN D 51.006.
Pagina 64
13. Aanpassing aan een ander type gas De aan/uit-schakelaar op de uitstand zetten. Voor Zwitserland: De maximaal door het federale besluit betreffende de bescherming van de lucht OPAIR toegestane grenswaarden voor CO en NOx moeten op de plaats van installatie door middel van metingen gecontroleerd worden.
Pagina 65
13. Aanpassing aan een ander type gas DTG130-115 Voor de overgang van aardgas naar Propaan moet: - De ombouwset geïnstalleerd worden. De Aan/Uit-schakelaar op de Aanstand zetten. Het maximale toerental van de ventilator afstellen op: - 6700 Omw/min: DTG130-115. Zie hoofdstuk Controle van de parameters en van de ingangen/uitgangen (testmodus) "Tabel: MAX.VENT."...
13. Aanpassing aan een ander type gas afstelling "minimumvermogen" wijzigen Opnieuw het afgegeven vermogen controleren. afstelschroef Indien nodig aanpassen. Zie Tabel pagina 40. Voor Zwitserland: De maximaal door het federale besluit betreffende de bescherming van de lucht OPAIR toegestane grenswaarden voor CO en NOx moeten op de plaats van installatie door middel van metingen gecontroleerd worden.
14. Invullen certificaat van indienststelling 14 Invullen certificaat van indienststelling Gelieve de uitgevoerde werkzaamheden aan te vinken en de meetwaarden in te vullen Datum Firma Installatie Controleer de gasdichtheid De de verslucht-/rookgasleiding controleren Controleer de afdichting van de rookgasleiding De neutraliseringsvoorziening controleren, indien deze bestaat De aanduidingen op het kenplaatje van het apparaat vergelijken met het ter plaatse beschikbare type gas Wobbe-index Wo (internationaal Ws) van de...
15. Onderhoud 15 Onderhoud 15.1 Algemeen Wanneer de ketel goed is afgesteld, heeft deze weinig onderhoud nodig. De ketel dient slechts eens per jaar nagekeken te worden en indien nodig, gereinigd. 15.2 Inspectie De jaarlijkse inspectiebeurt kan zich beperken tot de volgende - Aanpassing van de afstand tussen de ontstekingselektroden: 3 tot 4 handelingen: - De verbrandingsmetingen en de werkingscontrole uitvoeren...
Pagina 70
15. Onderhoud - De warmtewisselaar reinigen, - De ventilator reinigen, Werkwijze - De sifon reinigen, - Het verwarmingslichaam sluiten, Als de ketel met vuil aangekoekt is, dient men de volgende - Voer een verbrandingsmeting uit. reinigingswerkzaamheden uit te voeren: - Het verwarmingslichaam openen, - De brander reinigen, DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus 19/01/2017 - 300014254-03...
15. Onderhoud Opening en sluiting van het verwarmingslichaam Reinig alles. Sluit de achterste stekker aan alvorens het luik terug te plaatsen. Ga voor het weer sluiten van het verwarmingslichaam in de omgekeerde volgorde te werk. Reiniging van de brander Verwijder de 3 schroeven en de 3 bevestigingslipjes van de brander Verwijder de brander.
15. Onderhoud Reiniging van de sifon Blijf spoelen met een waterstraal zolang het water dat in de sifon stroomt vuil is. Controleer of er geen residuen onderin de wisselaar aanwezig zijn. Reiniging van de ventilator Draai de 5 schroeven van de ventilator los.
15. Onderhoud - De ledigheid van de leiding en de terminal over de gehele lengte - De luchtdichtheid controleren. controleren, dit kan door de goede werking van de ketel te - De condensvanger bij de ketel controleren en eventueel op de controleren en met name of het maximale calorische debiet bereikt leiding, indien deze bestaat.
16. Instructies voor de schoorsteenveger 16 Instructies voor de schoorsteenveger Instelling van het vermogen van de ketel voor het meten van de emissies Kantel het bedieningspaneel. In de weergavezone: Gedurende 2 seconden gelijktijdig toetsen EMISS.WAARDE 88.8°: Temperatuur verwarmingsketel drukken. EMISS.WAARDE 8888: Ventilator toerental De toetsen + en - gebruiken om van naar te gaan...
17. Principeschema's Elektrisch principeschema Raadpleeg het volgende blad voor de legende. DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus 19/01/2017 - 300014254-03...
Pagina 77
17. Principeschema's Legenda: 0-10 V Ingang Alim 230 V 50 Voeding230 V - 50 Hz Pomp circuit A Laadpomp Hulppomp BPR - BPR I Resetdrukknop brander Veiligheidscontact Ontstoringsfilter Aansluiter printplaat Fase MCBA Beveiligingsautomaat Nulgeleider RL PA Bedieningsrelais laadpomp RL AUX Bedieningsrelais hulppomp RL ECS Bedieningsrelais verwarmingspomp...
18. Reserveonderdelen 18 Reserveonderdelen Bij bestelling van een onderdeel, moet u het codenummer opgeven dat in de lijst staat naast het volgnummer van het gewenste onderdelen. Ketelblok DTG130 - 45/65 Eco.NOx Plus DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus 19/01/2017 - 300014254-03...
Pagina 79
18. Reserveonderdelen Mantel DTG130 - 45/65 Eco.NOx Plus 19/01/2017 - 300014254-03 DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus...
Pagina 80
18. Reserveonderdelen Ketelblok DTG130 - 90 Eco.NOx Plus 229 266 279 250 DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus 19/01/2017 - 300014254-03...
Pagina 81
18. Reserveonderdelen Mantel DTG130 - 90 Eco.NOx Plus 19/01/2017 - 300014254-03 DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus...
Pagina 82
18. Reserveonderdelen Ketelblok DTG130 - 115 Eco.NOx Plus 479 450 DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus 19/01/2017 - 300014254-03...
Pagina 83
18. Reserveonderdelen Mantel DTG130 - 115 Eco.NOx Plus 19/01/2017 - 300014254-03 DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus...
1 Bijzondere informatie Bijzondere informatie Aanbevelingen Toelichting De assemblage, installatie en het onderhoud van de installatie mogen uitsluitend door gekwalificeerde personen worden uitge voerd. Eco-ontwerpichtlijn Dit product voldoet aan de eisen van Europese richtlijn 2009/125/EG inza ke inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten. Technische gegevens - ruimteverwarmingstoestellen Tab.1 Technische parameters voor ruimteverwarmingstoestellen...
1 Bijzondere informatie DTG 130–45 DTG 130–65 DTG 130–90 DTG 130– Eco.NOx Eco.NOx Eco.NOx 115 Eco.NOx Plus Plus Plus Plus Emissies van stikstofoxiden mg/kWh (1) Lage temperatuur betekent voor verwarmingsketels met rookgascondensor een temperatuur van 30°C, voor lagetemperatuurketels 37°C en voor andere verwarmingstoestellen 50°C (bij de inlaat van het verwarmingstoestel). (2) Werking op hoge temperatuur betekent een retourtemperatuur van 60°C bij de inlaat van het verwarmingstoestel en een toevoertempe...
Pagina 92
1 Bijzondere informatie Voor specifieke voorzorgsmaatregelen voor assemblage, installa tie en onderhoud: zie hoofdstuk over veiligheidsvoorschriften. 300014254 - ErP02 - 24012017...
1 Bijzondere informatie Pakketkaart - Ketel Afb.2 Pakketkaart voor ketels met vermelding van de energie-efficiëntie voor ruimteverwarming van het pakket Seizoensgebonden energie-effi ciëntie van ruimteverwarming door ruimteverwarmingstoestel met ketel ‘I’ Temperatuurregelaar Klasse I = 1%, Klasse II = 2%, Klasse III = 1,5%, Klasse IV = 2%, Klasse V = 3%, Klasse VI = 4%, overeenkomstig productkaart temperatuurregelaar Klasse VII = 3,5%, Klasse VIII = 5%...
Pagina 94
1 Bijzondere informatie De factor voor het wegen van de warmteafgifte van hoofd- en aan vullende verwarmingstoestellen van een pakket zoals aangegeven in de volgende tabel. De waarde van de wiskundige formule: 294/(11 · Prated), waarbij "Prated" is gerelateerd aan het ruimteverwarmingstoestel als hoofdverwarming.
Pagina 95
1 Bijzondere informatie 300014254 - ErP02 - 24012017...
Pagina 96
DE DIETRICH THERMIQUE S.A.S +49 (0)25 72 / 9161-0 +49 (0)25 72 / 9161-102 info@remeha.de +7 (495) 221-31-51 info@dedietrich.ru DE DIETRICH THERMIQUE Iberia S.L.U. DE DIETRICH SERVICE www.dedietrich-calefaccion.es www.dedietrich-heiztechnik.com Freecall 0800 / 201608 C/Salvador Espriu, 11 08908 L’HOSPITALET de LLOBREGAT +34 935 475 850 info@dedietrich-calefaccion.es...