8.5 Elektrische aansluiting
Voor de conformiteit van de elektrische aansluiting, moet het
apparaat gevoed worden door een circuit uitgerust met een
meerpolige netschakelaar met een opening groter dan 3 mm of een
stopcontact.
1
Driewegklep (circuit C)
2
Pomp (circuit C)
3
Veiligheidsthermostaat (circuit C)
4
Driewegklep (circuit B)
5
Pomp (circuit B)
6
Veiligheidsthermostaat (circuit B)
7
Hulpuitgang
8
Laadpomp of Omkeerklep
9
Pomp (circuit A)
10 Begrenzingsthermostaat en permanente fase
11 Voorbekabelde voeding
Til het klepje van het paneel op.
Draai de achterste bevestigingsschroeven 2 van het bovenpaneel
los. Til de achterzijde van het bovenpaneel op en kantel deze.
Draai de 2 bevestigingsschroeven van de beschermplaat van
de printkaart. Verwijder de beschermplaat van de printkaart.
+
Voer de kabels van 230V en van de sensor door de
kabeldoorvoer van het achterpaneel, in de juiste volgorde
(230V, sensor).
19/01/2017 - 300014254-03
12 Vertreksensor (circuit B)
13 Ingang 0-10 V
14 Omgevingssensor (circuit B)
15 Omgevingssensor (circuit A)
16 Sanitair-warmwatersensor
17 Buitensensor
18 Veiligheidscontact
19 Telefonisch relais
20 Omgevingssensor (circuit C)
21 Vertreksensor (circuit C)
De kabels in de hiervoor bedoelde kabelklemmen bevestigen.
De stekkers van de kabels op de kaart plaatsen.
In omgekeerde volgorde te werk gaan voor de montage.
Uitkijken voor de kabelweg tijdens het terugplaatsen van
de uitschuifbare module waarop de relaiskaart van de
sensoren rust.
DTG130 - 45/65/90/115 Eco.NOx Plus
8. Aansluiting van de verwarmingsketel
33