Inhoudsopgave
Advertenties
19. OPPERVLAKTEBEREKENING
U kunt de oppervlakte van een gebied dat omsloten wordt door drie of meer
bekende punten op een lijn, berekenen door de coördinaten van deze punten in
te voeren.
Invoer
Coördinaten:
P1 (N1, E1)
P2 (N1, E2)
P3 (N3, E3)
N
0
• Ingevoerd aantal coördinaatpunten: 3 of meer, 30 of minder
• De oppervlakte van een gebied wordt berekend door de punten te meten op de
lijn die het gebied omsluit, of door de in een eerder stadium opgeslagen
coördinaten in te lezen.
• Wanneer u de oppervlakte wilt meten met slechts één of twee
Caution
punten, wordt er een foutmelding getoond.
• Bij het meten (of opvragen) van de punten op de lijn die het
gebied omsluit, is het belangrijk dat u voor de puntnummers de
juiste volgorde, linksom of rechtsom, hanteert. Zo zal de
oppervlakte dezelfde vorm hebben wanneer u de puntnummers
1, 2, 3, 4, 5 invoert (of opvraagt), als wanneer u 5, 4, 3, 2, 1
invoert. Voert u de punten niet in numerieke volgorde in, dan
wordt de oppervlakte van het gebied niet correct berekend.
82
P2
P1
P5
Uitvoer
Oppervlakte: S
P3
S
P4
E
Advertenties
Inhoudsopgave
