Inhoudsopgave
Advertenties
11. AFSTANDSMETING
Voer de volgende vier parameterinstellingen in voordat u afstanden gaat meten:
• modus voor afstandsmeting.
• soort richtpunt;
• correctiewaarde prismaconstante;
• Factor voor atmosferische correctie
• EDM gereed
• EDM ALC
!
"24.1 Instrumentopties wijzigen"• "EDM-instellingen (instellen items,
opties en invoerbereik)" , pagina 110.
• Controleer of er voldoende gereflecteerd licht wordt weerkaatst door het prisma
waarop u de kijker richt. Het controleren van het geretourneerde signaal is met
name handig bij langeafstandsmetingen.
Caution
:
• Zijn het midden van het prisma en de kruisdraden niet precies
uitgelijnd, maar is de lichtintensiteit toch voldoende (bijvoorbeeld
bij korte afstanden), dan kan het voorkomen dat het "*" toch
wordt getoond. In de praktijk zijn nauwkeurige metingen dan
echter niet mogelijk. Zorg er daarom altijd voor dat het vizier
goed is ingesteld op het richtpunt.
PROCEDURE Geretourneerd signaal controleren
1. Wijs de functietoets
het Meetmenu.
!
"24.2 Functietoetsen toewijzen"
2. Stel het vizier nauwkeurig in op het
richtpunt.
toe aan
31
Advertenties
Inhoudsopgave
