PROCEDURE Functies toewijzen
1. Selecteer "Toetsen def." in de
Configuratie mode.
Selecteer "Definiëren". De huidige
functietoetstoewijzingen worden
getoond in <Toetsen def.>.
2. Plaats de cursor op de functietoets
waarvoor u met behulp van {
{
} de toewijzing wilt wijzigen.
De geselecteerde functietoets gaat
nu knipperen.
3. Wijzig de functie van de
functietoets met {
Stel de functie en de locatie van de
functietoets in door te drukken op
{
} / {
}. De ingestelde
functietoets stopt nu met knipperen
en de volgende functietoets gaat
knipperen.
4. Herhaal de stappen 2 en 3 zo vaak
als nodig is om de functietoetsen
van uw keuze toe te wijzen.
5. Druk op
op te slaan en <Toetsen def.> te
herstellen.
De functies en de nieuwe
toewijzingen worden weergegeven
in het Meetmenu.
} /
} / {
}.
om de toewijzingen
24. INSTELLINGEN WIJZIGEN
Toetsen def.
119