26. CONTROLES EN AFSTELLINGEN
6. Controleer of het opstelpunt
tijdens het draaien van het
bovenste gedeelte van het
instrument in de kruisdraden van
de centreerkijker gecentreerd
blijft.
Voer zo nodig de afstelprocedure
nogmaals uit.
7. Breng het afdekkapje van de
kruisdraden van de centreerkijker
weer aan.
138