5. BEDIENING
5.1
Gebruik van de toetsen
Bedieningspaneel
Lees eerst de introductie over het gebruik van de toetsen voordat u de
hoofdstukken over de meetprocedures leest.
!
De positie van de bedieningstoetsen op het paneel en de positie van de
bedieningstoetsen op het draadloze toetsenbord. "4.1 Onderdelen van het
instrument"
• Draadloos toetsenbord (SF14) (Optioneel accessoire) vergemakkelijkt en
versnelt de bediening van de toetsen.
!
Specificatie van het toetsenbord: "27.2 Optionele accessoires"
● AANZETTEN / UITZETTEN
{ON}: Instrument aanzetten
{ON} (houd de toets ingedrukt) + {
● Display verlichten
{
}: De schermverlichting Aan-/Uitschakelen
● Bediening van de functietoetsen
De functietoetsen worden weergegeven op de onderste schermregel.
{F1} tot en met {F4}:De functie selecteren die is toegewezen aan de functietoets
{FUNC}:
Bladeren door de schermpagina's van het Meetmenu (wanneer
er meer dan vier functietoetsen zijn toegewezen)
● Letters / getallen invoeren
{F1} tot en met {F4}:Een letter of getal invoeren dat aan de functietoets is
toegewezen
{FUNC}:
Ga naar de volgende functietoets-pagina (zoeken naar de letter
of het getal dat u wilt invoeren)
{FUNC}(houd de toets even ingedrukt): Terug naar vorige functietoets-pagina
{FUNC} (blijf de toets indrukken): Terug naar vorige pagina's
{BS}:
Verwijder het teken links van de cursor
{ESC}:
Annuleer de ingevoerde gegevens
{SFT}:
Wisselen tussen hoofdletter en kleine letter
{
}:
Selecteer / accepteer de in te voeren term of waarde
Voorbeeld: Hoek invoeren 125° 30' 00"(Invoeren "125.3000")
}: Uitzetten
11