Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Constante Voor Additieve Afstand - Sokkia 10 Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

26.7

Constante voor additieve afstand

De constante voor additieve afstand van het instrument, K, is voor aflevering
afgesteld op 0. Hoewel de waarde van deze constante vrijwel nooit afwijkingen
vertoont, is het toch raadzaam enkele keren per jaar te controleren of de waarde
van de constante nog altijd vlakbij 0 ligt. Gebruik hiervoor een referentielijn
waarvan de afstand nauwkeurig is gemeten. De constante moet ook worden
gecontroleerd wanneer de waarden die door het instrument worden gemeten een
vaste afwijking beginnen te vertonen. Hoe u deze controles uitvoert, wordt
hieronder beschreven.
• Fouten tijdens het instellen van het instrument of het prisma, of
Caution
het instellen van het vizier op het richtpunt, zijn van invloed op
de constanten voor additieve afstand. Zorg er daarom voor dat
u deze fouten vermijdt wanneer u deze controle gaat uitvoeren.
• Stel het instrument zodanig op dat het instrument en het
richtpunt dezelfde hoogte hebben. Als het instrument niet kan
worden opgesteld op een vlakke ondergrond, gebruikt u een
waterpasinstrument om het hoogteverschil te nivelleren.
PROCEDURE Controleren
1. Zoek een gebied op met een
vlakke ondergrond, waar u twee
punten met een onderlinge
afstand van 100m kunt
gebruiken.
Stel het instrument op punt A op en
het prisma op punt B. Breng een
punt C aan, halverwege de punten
A en B.
2. Meet 10 keer nauwkeurig de
horizontale afstand tussen punt
A en punt B en bereken de
gemiddelde afstandswaarde.
3. Plaats het instrument bij punt C,
halverwege de punten A en B, en
plaats het prisma bij punt A.
26. CONTROLES EN AFSTELLINGEN
A
A
C
B
C
B
139

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Set210Set310Set310sSet510Set510sSet610 ... Toon alles

Inhoudsopgave