Inhoudsopgave
Advertenties
15. UITZETTEN LIJN
De functie Uitzetten lijn wordt gebruikt voor het uitzetten van een vereist punt op
een gewenste afstand vanaf de basislijn en voor het bepalen van de afstand vanaf
de basislijn naar een gemeten punt.
N
N
15.1
Basislijn bepalen
Bepaal eerst de basislijn alvorens te gaan meten. De basislijn kunt u bepalen door
de coördinaten van de twee punten in te voeren. De schaalfactorwaarde is het
verschil tussen de ingevoerde en de waargenomen coördinaten.
Schaal (X, Y)
Horiz.' (horizontale afstand berekend uit de gemeten waarde)
=
Horiz. (horizontale afstand berekend uit de ingevoerde
coördinaten)
• Wanneer het eerste of tweede punt niet wordt waargenomen, wordt de
schaalfactor op "1" ingesteld.
• De basislijn kan zowel bij het meten van de uitzetlijn als bij de puntprojectie
worden gebruikt.
PROCEDURE
1. Wijs
toe aan het Meetmenu.
!
"24.2 Functietoetsen toewijzen"
62
Z
Z
Cut
Neer
Fill
Hellings%
Op
Grade
1e Pt.
1st Pt.
Lengte
Argument
Length
Azimuth
2nd Pt.
2e Pt.
Baseline
basislijn
Offset
Dwarsmaat
E
E
Advertenties
Inhoudsopgave
