3 Bedieningsorganen en display
SCAN – Knippert tijdens het controleren van de
weergave van de CD-wisselaar (nadat op de
is gedrukt).
RDM – Licht op bij willekeurige weergave.
RPT / RPT-1 – Licht op wanneer de disc-
herhaalfunctie/muziekstuk-herhaalfunctie ingeschakeld
is.
PGM – Licht op bij muziekselectie-weergave.
SKIP ON – Licht op om aan te geven dat de overslaan-
markering voor een muziekstuk is ingesteld. SKIP
knippert wanneer een overslaan-markering wordt gewist
of ingesteld (
ON
VOL – Licht op wanneer het volumeniveau wordt
ingesteld op een andere waarde dan 0 dB.
FIX – Licht op wanneer de vaste opnameniveau-instelling
ingeschakeld is.
DIG / ANA – Geeft aan of er een digitale of analoge
interne opname wordt gemaakt.
5
REC THIS / Hi / COPY – Licht op tijdens een CD-
opname en geeft aan dat er met hoge snelheid wordt
opgenomen.
# – Licht op tijdens afspelen of pauzeren van een disc in
6
de CD-wisselaar.
* – Licht op tijdens pauzeren van een disc in de CD-
wisselaar.
7
Niveaumeter
# – Licht op tijdens afspelen, pauzeren of opnemen op
8
een disc in de CD-recorder.
* – Licht op tijdens pauzeren van een disc in de CD-
recorder.
9
Functie-aanduidingen van de CD-recorder
CD TEXT – Licht op wanneer de huidige CD is voorzien
van CD-tekst.
CD / CD-R / CD-RW – Geeft het type disc aan dat
in de CD-recorder is geplaatst.
FINALIZE – Knippert tijdens een automatisch
afsluitende opname; de aanduiding licht op wanneer de
geplaatste CD-RW afgesloten is.
MANUAL – Geeft aan dat de handmatige muziekstuk-
nummeringsfunctie is ingeschakeld.
TRACK – Knippert tijdens opnemen of meeluisteren
(monitorfunctie) wanneer een nieuw muziekstuknummer
wordt aangebracht door de automatische muziekstuk-
nummeringsfunctie.
SYNC / SYNC-1 – Licht op wanneer de CD-recorder
in de automatische synchro-opnamestand staat.
REC – Licht op wanneer de CD-recorder in de opname-
of opnamepauzestand staat. Knippert tijdens
opnamedemping.
ANALOG / OPTICAL / COAXIAL – Licht op
wanneer de corresponderende analoge of digitale ingang
is gekozen.
20
Du/Sw
CHECK
wordt dan niet aangegeven).
3 Kontroller och display
RPT / RPT-1 – Lyser när skiv/melodirepetering har
aktiverats.
toets
PGM – Lyser i funktionen för programmerad
skivspelning.
SKIP ON – Lyser för att visa att en melodis
överhoppnings-ID matas in. SKIP blinkar när du raderar
eller ställer in en överhoppnings-ID (ON är släckt).
VOL – Lyser när någon annan ljudnivå än 0 dB har
ställts in.
FIX – Lyser när fast inspelningsnivå har aktiverats.
DIG / ANA – Anger om en inspelning utförs via en
digital eller analog länk.
5
REC THIS / Hi / COPY – Lyser under CD-
skivspelning och anger också kopiering med hög
hastighet.
# – Lyser när en skiva i CD-växlaren spelas eller är i
6
pausfunktionen.
* – Lyser när en skiva i CD-växlaren är i pausfunktionen.
7
Ljudnivåmätare
# – Lyser när CD-R-spelaren spelar en skiva, gör en paus
8
eller spelar in.
* – Lyser när CD-R-spelaren är i pausfunktionen.
9
CD-R-spelarens funktionsindikatorer
CD TEXT- Lyser om just vald CD-skiva har CD-text.
CD / CD-R / CD-RW – Anger vilken typ av skiva
som har satts in i CD-R spelaren.
FINALIZE – Blinkar under inspelning med automatisk
slutbehandling; lyser med fast sken om en slutbehandlad
CD-RW-skiva har satts in.
MANUAL – Anger manuell melodinumrering.
TRACK – Blinkar under inspelning eller medhörning,
när en ny melodi startar i funktionen för automatisk
melodinumrering.
SYNC / SYNC-1 – Lyser när CD-R-spelaren är i
funktionen för automatisk synkroinspelning.
REC – Lyser i funktionen för inspelning eller
inspelningspaus. Blinkar under inspelningsblockering.
ANALOG / OPTICAL / COAXIAL – Tänds när
motsvarande analog eller digital ingång väljes.