Inbedrijfstelling
6
Compensatie
6
Inbedrijfstelling
6.1
Compensatie
6.1.1
Voorwaarden
28
Technische handleiding – MOVITRANS
WAARSCHUWING
Spanningvoerende onderdelen in de installatie.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.
•
Schakel de installatie voor elke ingreep spanningsvrij.
•
Beveilig de installatie tegen onbevoegd inschakelen.
•
Controleer of de installatie spanningsvrij is.
•
Let erop dat de randaarde of de potentiaalvereffening correct is geïnstalleerd.
•
Schakel aangrenzende onder spanning staande onderdelen uit voordat u delen
van de installatie opent.
AANWIJZING
Controleer dat zich geen verbruikers/voertuigen op het traject bevinden of dat deze
zijn gedeactiveerd of uitgeschakeld. Opname van werkvermogen op het traject maakt
de resonantiecompensatie lastiger.
De inductiviteit van de inductiekabel neemt toe naarmate de kabel langer is. Deze in-
ductieve reactantie moet worden gecompenseerd door compensatiecondensatoren in
serie te schakelen. Bij de configuratie van installaties met langere inductiekabels is
hierin reeds voorzien in het trajectdesign door vaste (onveranderbare) capaciteits-
waarden (trajectcompensatie). Tevens moet altijd bij de inbedrijfstelling een fijnafstel-
ling plaatsvinden met TCS31A, om een zo goed mogelijke resonantiecompensatie in
de installatie te verkrijgen. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven.
•
Alle montagewerkzaamheden in de installatie zijn volledig en correct afgesloten,
de inductiekabelkring is gesloten. De fijnafstemming is met bruggen in de toestand
bij levering uitgevoerd (kortsluiting).
•
Alle spanningsvoerende en aanraakbare installatiedelen zijn afgedekt. De behui-
zingen zijn gesloten.
•
De voeding-TES is gemonteerd en klaar voor inbedrijfstelling.
•
U
bent
reeds
vertrouwd
MOVITOOL. Meer informatie over de inbedrijfstelling van de voedingen vindt u bij-
voorbeeld in het document MOVITRANS® decentrale voeding TES31.
®
-compensatiedoos
met
de
inbedrijfstelling
en
de
software