Elektrische installatie
5
Veiligheidsmaatregelen tegen elektrisch gevaren
5.4.4
Doorsnede aardleiding TCS
20
Technische handleiding – MOVITRANS
AANWIJZING
Houd de landspecifieke installatievoorschriften aan.
Verbind de decentrale compensatiedoos TCS31A conform DIN EN 61800-5-1 tevens
aan op een potentiaalcompensatie; ga als volgt te werk:
1. Sluit de extra potentiaalcompensatie aan op de aangeduide locatie op de buiten-
kant van het apparaat. Gebruik hiervoor de voorgemonteerde montage-elementen.
[1]
Aansluiting van de aardleiding
2. Leg een potentiaalcompensatiekabel met een minimum doorsnede van minstens
2
6 mm
per vermogensaansluitkabel. Bij 2 vermogenskabels kan een enkele poten-
tiaalcompensatiekabel met een doorsnede van 16 mm
3. Leg de potentiaalcompensatiekabel parallel aan de toevoerkabel. Leg de potenti-
aalcompensatiekabel daarbij zo ver tot deze op een potentiaalcompensatiekabel of
een potentiaalcompensatierail met een doorsnede van minstens 10 mm
2
16 mm
Al aansluit.
AANWIJZING
Als de toegewezen decentrale voeding met een potentiaalcompensatiekabel aange-
sloten waarvan de minimum doorsnede 10 mm
pensatiekabel van de decentrale compensatiedoos TCS31A hier opleggen.
AANWIJZING
Als de toegewezen decentrale voeding TES met een potentiaalcompensatiekabel is
aangesloten waarvan de minimum doorsnede kleiner is dan 10 mm
tentiaalcompensatiekabel zo ver tot deze op een potentiaalcompensatierail met een
doorsnede van minimaal 10 mm
pensatierail in de schakelkast).
®
-compensatiedoos
2
2
Cu is, dan kunt u de potentiaalcom-
2
2
Cu of 16 mm
AL ligt (bijv. Tot de potentiaalcom-
[1]
28834503051
worden gebruikt.
2
Cu of
2
Cu, legt u de po-