De communicatiekabel heeft een master einde en een slave
einde zoals getoond in afb. 20.
Master einde
Wit label
Afb. 20 Master einde en slave einde
Bij pompen die af-fabriek zijn uitgevoerd met een sensor, moet
het master einde en de sensor worden aangesloten op dezelfde
klemmenkast.
Wanneer de voedingsspanning naar de twee pompen 40 secon-
den lang is uitgeschakeld en weer wordt ingeschakeld, zal de
pomp die is aangesloten op het master einde het eerst opstarten.
5.7.1 Aansluiten van twee sensoren
Het sensorsignaal wordt gekopieerd naar de andere pomp via de
rode draad van de communicatie kabel.
Als er, optioneel, twee sensoren zijn aangesloten (één sensor op
elke klemmenkast), knip dan de rode draad door. Zie afb. 21.
Master einde
Wit label
Afb. 21 Verwijderen van gekopieerd sensorsignaal
5.7.2 Verwijderen van "wisselend bedrijf" en "stand-by
bedrijf"
Als "wisselend bedrijf" en "stand-by bedrijf" niet gewenst zijn,
maar het gekopieerde sensorsignaal (één sensorsignaal naar
twee pompen) is gewenst, knip dan de groene draad door. Zie
afb. 22.
Master einde
Wit label
Afb. 22 Verwijderen van "wisselend bedrijf" en "stand-by
bedrijf"
5.7.3 Verwijderen van TPED functie
Als "wisselend bedrijf" en "stand-by bedrijf" evenals het gekopi-
eerde sensorsignaal niet gewenst zijn, verwijder dan de commu-
nicatiekabel helemaal.
434
Slaaf einde
Jumper
Slaaf einde
Jumper
Slaaf einde
Jumper
6. Modi
Grundfos E-pompen zijn in te stellen en te regelen d.m.v. bedrijfs-
en regelmodi.
6.1 Overzicht van modi
Bedrijfsmodi
Normaal
Regelmodi
Ongeregeld
Constante
curve
1) In dit voorbeeld is de pomp uitgerust met een drukverschilop-
nemer. De pomp kan ook uitgerust worden met een tempera-
tuuropnemer, wat omschreven zou worden als constante tem-
peratuur in de regelmodus geregeld.
6.2 Bedrijfsmodus
Wanneer de bedrijfsmodus op Normaal wordt ingesteld, kan de
regelmodus op geregeld of ongeregeld worden ingesteld. Zie
6.3
Regelmodus.
De overige bedrijfsmodi die kunnen worden geselecteerd zijn
Stop, Min. of Max.
•
Stop:
de pomp is gestopt
•
Min.:
de pomp draait bij een minimaal toerental
•
Max.: de pomp draait bij een maximaal toerental.
Afbeelding
23
is een schematische weergave van min. en max.
curven.
H
Min.
Afb. 23 Min. en max. curven
De max. curve kan bijvoorbeeld gebruikt worden samen met de
ontluchtingsprocedure tijdens installatie.
De min. pompcurve kan gebruikt worden in perioden wanneer
een minimale volumestroom nodig is.
Als de spanning van de pomp wordt afgesloten, zal de modus-
instelling opgeslagen worden.
De R100 afstandsbediening biedt aanvullende mogelijkheden
voor instellingen en statusdisplay, zie hoofdstuk
R100.
Stop
Min
Max
Geregeld
Constante
1)
druk
Max.
Q
8. Instelling met