Wateraansluiting; Condensaatafvoer - Stiebel Eltron WWK 221 electronic Handleiding Voor Bediening En Installatie
Verberg thumbnails
Zie ook voor WWK 221 electronic:
- Handleiding voor bediening en installatie (42 pagina's) ,
- Handleiding voor bediening en installatie (84 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
INSTALLATIE
Montage
10.5 Wateraansluiting
Materiële schade
!
Voer alle werkzaamheden voor wateraansluiting en in-
stallatie uit conform de voorschriften.
Bij installaties met metalen buizen zijn de volgende combinaties
van materialen toegestaan:
Koudwatertoevoer
Koperen buis
Stalen buis
f Spoel het buisleidingsysteem grondig door voordat het toe-
f
stel aangesloten wordt. Vreemde voorwerpen, zoals laspa-
rels, roest, zand of dichtingsmateriaal belemmeren de goede
werking van het toestel.
Materiële schade
!
De wateraansluiting moet ter bescherming tegen corrosie
van de aansluitingen van vlakke afdichtingen voorzien
worden. Het is niet toegestaan de aansluitingen met hen-
nepvezel te omwikkelen.
De meegeleverde kunststof dopmoeren zijn bestemd voor
het afdichten tegen en het voorkomen van kathodische
steenvorming bij sterk geleidend water.
Materiële schade
!
Een te hoog aanhaalkoppel kan de kunststof dopmoer
kapot maken. Dan bestaat er risico op schade aan het
toestel.
De meegeleverde dichting mag geen hoger aanhaalkop-
pel hebben dan 25 Nm. Houd het toegelaten aanhaal-
koppel aan.
f Sluit de meegeleverde, omkraagde koperbuizen met de
f
meegeleverde dichtingen en kunststof dopmoeren aan op de
aansluitingen "koudwatertoevoer" en "warmwateruitloop".
f Controleer of de dichting en de kunststof dopmoer niet
f
lekken.
Veiligheidsklep
Het toestel is een gesloten tapwateropwarmer. Het toestel moet
van een drukbegrenzer voorzien worden.
f Monteer een type-gekeurd veiligheidsventiel in de koudwa-
f
teraanvoerleiding. De aanspreekdruk van de veiligheidsklep
moet altijd kleiner dan of gelijk aan de toegelaten werkdruk
van de tapwaterboiler zijn.
De veiligheidsklep beschermt het toestel tegen een verboden druk-
overschrijding. De diameter van de koudwateraanvoerleiding mag
niet groter zijn dan de diameter van de veiligheidsklep.
f Zorg ervoor dat het expansiewater dat bij de veiligheidsklep
f
naar buiten komt, in een afvoer druppelen kan, bijv. in een
bekken of een trechter.
De afvoer mag niet afsluitbaar zijn.
f Dimensioneer de afvoerleiding op een wijze dat het water bij
f
volledig geopende veiligheidsklep ongehinderd kan worden
afgevoerd.
f Controleer of de afblaasleiding van de veiligheidsklep geo-
f
pend is in de richting van de atmosfeer.
22
| WWK 221-301 electronic
Warmwateruitloop
Koperen buis
Stalen of koperen buis
f Monteer de afblaasleiding van de veiligheidsklep met een
f
constante afwaartse helling in een vorstvrije ruimte.
Reduceerafsluiter
De maximale druk in de koudwateraanvoerleiding moet ten minste
20 % lager zijn dan de aanspreekdruk van de veiligheidsklep. Als
de maximale druk in de koudwateraanvoerleiding hoger is, moet
een reduceerafsluiter geïnstalleerd worden.
Aftapkraan
f Installeer een geschikte aftapkraan op het laagste punt van
f
de koudwateraanvoerleiding.
Circulatie
Het rendement van de installatie daalt door de warmteverliezen
van de circulatieleiding en het elektriciteitsverbruik van de cir-
culatiepomp. Het koud geworden water van de circulatieleiding
wordt vermengd met de inhoud van het reservoir. Indien mogelijk,
moet er worden afgezien van de circulatieleiding. Indien dat niet
mogelijk is, moet de circulatiepomp thermisch of op tijd worden
geregeld.
Isolatie
f Isoleer de warmwaterleiding overeenkomstig de op de op-
f
stellocatie geldende bepalingen tegen warmteverlies.
10.6 Condensaatafvoer
Installeer een condensaatafvoerslang om het condensaat dat is
ontstaan, af te voeren.
f Sluit het meegeleverde elleboogstuk van de condensaataf-
f
voer aan op de aansluiting "condensaatafvoer".
f Sluit de condensaatafvoerslang aan op het elleboogstuk van
f
de condensaatafvoer.
Materiële schade
!
Het condensaat mag niet terugstromen.
f Gebruik een condensaatafvoerslang met een grotere
f
diameter dan de diameter van het elleboogstuk van
de condensaatafvoer.
f Let erop dat de condensaatafvoerslang niet geknikt
f
wordt.
f Plaats de condensaatafvoerslang met een constant
f
verval.
De condensaatafvoer moet naar de atmosfeer geopend
zijn.
f Gebruik een passende condensaatpomp als het verval onvol-
f
doende is. Let op de bouwkundige omstandigheden.
www.stiebel-eltron.com
Advertenties
Inhoudsopgave
