E-TTL II-/E-TTL-autoflash per opnamemodus
Stel de opnamemodus van de camera in op < s > (AE met
sluitervoorkeur), < f > (AE met diafragmavoorkeur), < t > (AE met
flexibele voorkeur) of < a > (Handmatige belichting) om E-TTL II-/
E-TTL-autoflash voor die modus te gebruiken.
Hiermee kunt u de sluitertijd handmatig instellen. Op basis van deze
sluitertijd stelt de camera een diafragma in voor standaardbelichting.
s
Als de diafragmawaarde knippert, past u de sluitertijd aan totdat de
o
waarde niet meer knippert.
Hiermee kunt u het diafragma handmatig instellen. Op basis van dit
diafragma stelt de camera een sluitertijd in voor standaardbelichting.
f
Als de sluitertijd knippert, past u het diafragma aan totdat de tijd niet
o
meer knippert.
Hiermee kunt u de sluitertijd of het diafragma handmatig instellen.
Als de diafragmawaarde knippert bij het instellen van een sluitertijd,
o
past u de sluitertijd aan totdat de waarde niet meer knippert.
t
Als de sluitertijd knippert bij het instellen van een diafragma, past u het
o
diafragma aan totdat de tijd niet meer knippert.
Hiermee kunt u zowel de sluitertijd als het diafragma handmatig instellen.
Het licht van de flitser zorgt voor standaardbelichting van het
a
hoofdonderwerp. De belichting van de achtergrond is afhankelijk van de
sluitertijd en het diafragma die u hebt ingesteld.
Als u de opnamemodus < Z > of < Y > gebruikt, is het resultaat
hetzelfde als bij gebruik van de modus < d > (AE-programma).
Flitssynchronisatiesnelheden en diafragma's per
opnamemodus
Automatisch ingesteld (minimaal 1/X sec.)
d
Handmatig ingesteld (minimaal 1/X sec.)
s
Automatisch ingesteld (minimaal 1/X sec.)
f
Handmatig / Automatisch ingesteld
t
Handmatig ingesteld (minimaal 1/X sec.)
a
"1/X sec." staat voor de maximale flitssynchronisatiesnelheid van de camera.
o
De minimale flitssynchronisatiesnelheden zijn per camera verschillend.
Sluitertijd
(minimaal 1/X sec.)
Diafragma
Automatisch ingesteld
Automatisch ingesteld
Handmatig ingesteld
Automatisch /
Handmatig ingesteld
Handmatig ingesteld
19