Als u After Processing (Na verwerking) selecteert, wacht de printer met afdrukken tot de hele pagina is
●
verwerkt. Dit is de traagste instelling, maar zorgt voor de beste afdrukkwaliteit bij grote of complexe
afdrukken.
Als u Immediately (Onmiddellijk) selecteert, drukt de printer de pagina af terwijl deze wordt verwerkt.
●
Deze instelling biedt de hoogste snelheid, maar mogelijk stopt de printer na een halve pagina om
gegevens te verwerken. Deze instelling wordt niet aanbevolen voor complexe afbeeldingen met dichte
kleuren.
Als u Optimized (Optimaal) selecteert (dit is de standaardinstelling), berekent de printer het meest
●
geschikte moment om het afdrukken te starten. Dit is doorgaans het beste compromis tussen de
instellingen After Processing (Na verwerking) en Immediately (Onmiddellijk).
Taak bovenaan afdrukwachtrij plaatsen
U kunt een afdruktaak in de wachtrij selecteren en kiezen om die als volgende af te drukken. Nadat u de
afdruktaak selecteert, drukt u op Move to front (naar voren plaatsen).
Als nesten is ingeschakeld (alleen voor T1300-reeks), is de bovenaan geplaatste taak mogelijk nog genest
met andere taken. Als u deze taak wilt loskoppelen en als volgende taak wilt afdrukken, moet u eerst nesten
uitschakelen en vervolgens de taak boven aan de wachtrij plaatsen, zoals hierboven is beschreven.
In de volgende gevallen wordt de knop Move to front (naar voren plaatsen) niet weergegeven:
De taak staat al bovenaan de taakwachtrij.
●
De afdruktaak staat in de wacht. In dit geval wordt de knop Resume printing (Doorgaan met afdrukken)
●
weergegeven.
De taak is voltooid. In dit geval wordt de knop Reprint (Opnieuw afdrukken) weergegeven.
●
De taak bevat een fout.
●
Een taak in de afdrukwachtrij pauzeren
Als u de taak in de wachtrij selecteert die op dit moment aan het afdrukken is, ziet u een knop Pause
(Pauzeren) waar u op kunt drukken om het afdrukken te pauzeren. De knop Pause (Pauzeren) verandert dan
naar de knop Resume (Doorgaan), waar u op kunt drukken om het afdrukken voort te zetten.
U kunt ook op de knop Options (Opties) drukken, rechtsboven in het taakwachtrijscherm, en vervolgens op
Pause printing (Afdrukken pauzeren) drukken.
Een taak uit de afdrukwachtrij opnieuw afdrukken
Om een al afgedrukte taak opnieuw af te drukken, selecteert u deze uit de wachtrij en vervolgens selecteert u
Reprint (Opnieuw afdrukken).
Als u een afdruktaak opnieuw afdrukt, kunt u de afdrukinstellingen niet wijzigen omdat de taak al is
gerasterd.
Een taak uit de afdrukwachtrij verwijderen
In normale omstandigheden hoeft u een taak niet uit de wachtrij te verwijderen nadat deze is afgedrukt,
omdat de taak automatisch wordt verwijderd wanneer het eind van de wachtrij bereikt wordt door extra
afdruktaken. Als u echter een foutief bestand hebt verzonden en het printen wilt stoppen, kunt u simpelweg
de afdruktaak selecteren en dan drukken op Delete (Verwijderen).
OPMERKING:
Op dezelfde manier kunt u ook een taak verwijderen die nog niet is afgedrukt.
70
Hoofdstuk 9 Wachtrijbeheer (T790 PS en T1300-reeks)
Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, is dit vereist.
NLWW