Standard (Standaard). Uw afbeelding wordt afgedrukt op een pagina in het formaat dat u hebt
●
geselecteerd, met een smalle marge tussen de randen van de afbeelding en de randen van het papier.
De afbeelding moet klein genoeg zijn om tussen de marges te passen.
Oversize (Groter). Uw afbeelding wordt afgedrukt op een pagina die iets groter is dan het formaat dat u
●
hebt geselecteerd. Als u de marges afsnijdt, hebt u het formaat dat u hebt gekozen zonder marges
tussen uw afbeelding en de papierranden.
Clip Contents By Margins (Inhoud afsnijden op marge). Uw afbeelding wordt afgedrukt op een pagina in
●
het formaat dat u hebt geselecteerd, met een smalle marge tussen de randen van de afbeelding en de
randen van het papier. In dit geval, indien de afbeelding dezelfde grootte heeft als de pagina, wordt
aangenomen dat de uiterste randen van de afbeelding wit of onbelangrijk zijn en niet te hoeven worden
afgedrukt. Dit kan nuttig zijn als de afbeelding al een witrand bevat.
Borderless (Zonder witranden, alleen T1300 serie). Uw afbeelding wordt afgedrukt op een pagina van
●
het gekozen formaat, zonder marges. De afbeelding is een klein beetje vergroot om ervoor te zorgen
dat er geen marge is tussen de randen van de afbeelding en de randen van het papier. Als u
Automatically by Printer (Automatisch door printer) selecteert, wordt deze vergroting automatisch
toegepast. Als u Manually in Application (Handmatig in toepassing) selecteert, moet u een aangepast
paginaformaat selecteren dat net iets groter is dan wat u wilt afdrukken. Zie ook
marges (T1300 serie) op pagina
Afdrukken op geladen papier
Om een taak af te drukken op papier dat is geladen in de printer, drukt u op Any (Willekeurig) in de optie voor
papiersoort van de printerstuurprogramma.
In het dialoogvenster van de Windows-stuurprogramma: selecteer het tabblad Paper/Quality (Papier/
●
kwaliteit) en selecteer Any (Willekeurig) in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
In het afdrukdialoogvenster in Mac OS (niet-PostScript-printers): selecteer het tabblad Paper/Quality
●
(Papier/kwaliteit) en selecteer Any (Willekeurig) in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
In het Mac OS PostScript-afdrukdialoogvenster (PostScript-printers): selecteer het tabblad Paper/
●
Quality (Papier/kwaliteit) en selecteer Any (Willekeurig) in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
OPMERKING:
Een afdruk opnieuw schalen
U kunt een afbeelding met een bepaalde grootte naar de printer verzenden maar de printer de opdracht
geven deze te schalen (doorgaans om de afbeelding groter te maken). Deze functie kan nuttig zijn:
Als uw software geen grote formaten ondersteunt
●
Als het bestand te groot is voor het geheugen van de printer. In dat geval kunt u het papierformaat in de
●
software verkleinen en vervolgens via het voorpaneel weer vergroten.
U kunt een afbeelding op de volgende manieren schalen:
In het dialoogvenster van de Windows-stuurprogramma: ga naar het tabblad Features
●
(Eigenschappen) en kijk naar het gedeelte Resizing Options (Opties voor groottewijziging).
Met de optie Print document on (Document afdrukken op) past u het formaat van de afbeelding
◦
aan het paginaformaat aan dat is geselecteerd. Als u bijvoorbeeld het papierformaat ISO A2 hebt
geselecteerd en u een A3-afbeelding afdrukt, wordt deze vergroot tot de afmetingen van de A2-
pagina. Als u het papierformaat ISO A4 hebt geselecteerd, verkleint de printer een grotere
afbeelding tot A4-afmetingen.
Met de optie % of actual size (percentage van werkelijke formaat) wordt het afdrukbare gebied
◦
van het oorspronkelijke papierformaat (de pagina met aftrek van de marges) vergroot met het
NLWW
61.
Any (Willekeurig) is de standaardselectie voor Paper Type (Papiersoort).
Afdrukken zonder
Geavanceerde afdrukinstellingen
57