NL
BE
elektrische werktuig. Dit kan worden ver-
meden met gepaste voorzorgsmaatregelen,
die hieronder worden beschreven.
a) Houd het elektrisch werktuig
goed
vast en breng uw lichaam en ar-
men in een positie, waarin ze de
terugslagkrachten kunnen op-
vangen. Gebruik steeds de extra
greep, indien aanwezig, om een
zo groot mogelijke controle te
hebben over terugslagkrachten
of reactiemomenten in de ver-
snellingsmodus. De gebruiker kan
met geschikte voorzorgsmaatregelen de
terugslag- en reactiekrachten beheersen.
b) Breng uw hand nooit in de bu-
urt van roterende aan te sluiten
werktuigen. Het werktuig kan bij
een terugslag over uw hand bewegen.
c) Mijd met uw lichaam de zone,
waarin het elektrische werktuig
bij een terugslag wordt bewo-
gen. De terugslag drijft het elektrische
werktuig in de tegenovergestelde
richting van de slijpschijf aan de blok-
keerplaats.
d) Werk bijzonder voorzichtig in de
buurt van hoeken, scherpe ran-
den enz. Vermijd dat werktuigen
van het werkstuk terugslaan en
klem komen te zitten. Het rote-
rende aan te sluiten werktuig
neigt ertoe bij hoeken, scherpe
randen of als het terugslaat, ge-
klemd te raken. Dit veroorzaakt een
verlies van controle of een terugslag.
e) Gebruik geen kettingzaagblad of
getand zaagblad. Zulk gereedschap
veroorzaakt vaak een terugslag of het
verlies van controle over het elektrisch
werktuig.
32
Bijzondere
veiligheidsinstructies
voor het slijpen en het
doorslijpen
a) Gebruik uitsluitend de voor uw
elektrisch werktuig toegelaten
slijpmiddelen en de voor deze
slijpmiddelen voorziene be-
schermkap. Slijpmiddelen die niet
bedoeld zijn voor het elektrische werk-
tuig, kunnen niet voldoende worden
afgeschermd en zijn niet veilig.
b) Verkropte slijpschijven moeten
zo voorgemonteerd worden, dat
hun slijpvlak niet uitsteekt over
het vlak van de beschermkap-
rand. Een onvakkundig gemonteerde
slijpschijf die over het vlak van de
beschermkaprand uitsteekt, kan niet
voldoende afgeschermd worden.
c) De beschermkap moet veilig
aan het elektrische werktuig
zijn aangebracht en zodanig
zijn ingesteld, dat een maximale
veiligheid wordt bereikt, d.w.z.
het kleinst mogelijke deel van
het slijpmiddel wijst open naar
de gebruiker. De beschermkap
moet de gebruiker beschermen tegen
brokstukken en toevallig contact met het
slijpmiddel.
d) Slijpmiddelen mogen alleen
worden gebruikt voor de aan-
bevolen gebruiksdoeleinden. Bij
wijze van voorbeeld: Slijp nooit
met de zijkant van de doorslip-
schijf. Doorslipschijven zijn bestemd
voor het afsnijden van materiaal met
de rand van de schijf. Door zijdelingse
krachtinwerking op deze slijpmiddelen
kunnen ze breken.
e) Gebruik steeds onbeschadigde
spanflenzen van de juiste grootte