Fig. 8.
De wand van de gewichten waartegen de binnen-
ste veerschotel rust, mag zo nodig worden vlakge-
draaid, doch moet A een dikte van min. 2,5 mm be-
houden.
vlakgedraaid. De wanddikte ter plaatse mag
er echter niet minder dan 2,5 mm door
worden.
c.
Gewichtendrager. Een beschadigde gewich-
tendrager moet worden vernieuwd.
d.
Overbrengingsmechanisme. Controleer zeer
nauwgezet
vooral
geleideblok, geleidepen, regelhefboom met
schaarblokje, bedieningshefboom en de in
het regulateurdeksel aangebrachte onder-
delen van het overbrengingsmechanisme, in
het bijzonder de geleideplaat.
Wanneer de zijvlakken van het geleideblok
groeven tonen of het verbindingsstuk en het
geleideblok blauw zijn aangelopen ten gevol-
ge van onvoldoende smering, moeten deze
onderdelen worden vernieuwd. Het schaar-
blok moet gemakkelijk doch zonder speling in
de regelhefboom kunnen schuiven. Uit-
geslagen lagerbussen van de bedieningshef-
boomas moeten worden vernieuwd. Het over-
brengingsmechanisme dient feilloos te func-
tioneren en mag dus noch klemmen noch
overmatige speling tonen.
e.
Trillingdemper. Ook de trillingdemper mag
geen beschadigingen tonen. Beschadigingen
worden vaak veroorzaakt bij de montage.
f.
Geleideplaat. Groefjes en aanloopplekken
kunnen
met
bijgewerkt. Bij slijtage of beschadiging is ver-
nieuwing echter noodzakelijk.
g.
Verend verbindingsstuk. Wanneer oogbout,
geleidebus of moerbus slijtage toont, moet
het complete verbindingsstuk worden ver-
nieuwd.
NL-08-70
Recovered by ms Roboot - www.roboot.nl
26 CO 210
het
verbindingsstuk,
fijn
schuurpapier
worden
Werkplaatsinstructies DAF DH 825
SAMENSTELLEN
Regulateurgewichten.
Pers de scharnierpennen 40 in de gewichtendrager en
breng de spanstiften aan. Monteer haakse hefbomen,
gewichten en scharnierpennen 1 en borg hen met de
spanstiften. De gewichten moeten zich – bij gemon-
teerde koppelpen – gemakkelijk kunnen bewegen.
Zonodig moeten de vlakken van gewichten en haakse
hefbomen worden bijgewerkt.
Regulateurveren.
Monteer het gewichtenstelsel voorlopig op het nokken-
aseinde van de brandstofpomp. Verwijder de beide
schroefpluggen uit het regulateurhuis; maak hierbij ge-
bruik van de speciale sleutel 4-99-535339. Monteer de
binnenste veerschotel 36, de drie veren en de buiten-
ste veerschotel 33. Druk de buitenste veerschotel en
de veren omlaag met behulp van het apparaat 4-99-
535354. Let er op, dat de buitenste veerschotel goed
over de vlakke kanten van de gewichtendragerpen
schuift. Draai de beide stelmoeren met behulp van de
noksleutel 4-99-535355 zo ver op de pennen, totdat
aan elke zijde de pen ongeveer 1 mm buiten de stel-
moer uitsteekt.
Opmerking.
De veren mogen hoogstens zo sterk worden gespan-
nen, dat ongeveer 2,5 mm van de pen buiten de stel-
moer uitsteekt. Anderzijds moeten zij tenminste zo
strak zijn gespannen, dat de pen gelijk ligt met de stel-
moer (fig. 9). In elke geval moeten aan beiden zijden
de pennen even ver buiten de stelmoer uitsteken.
De stelmoeren moeten altijd een halve of een hele
slag worden verdraaid, aangezien zij alleen in deze
stand geborgd zijn.
De buitenste veer moet tenminste zo strak zijn
gespannen, dat het gewicht in zijn ruststand geen
axiale speling heeft; slechts dan kunnen de stelmoer-
en niet loslopen.
Fig. 9.
Veerspanning van regulateurveren.
Links: minimale veerspanning.
Rechts: maximale veerspanning.
32. Stelmoer
33. Veerschotel
35. Gewichtendragerpen
50
26 CO 225