Cilinderkoppen en klepmechanisme
Fig. 3. Aanhaalvolgorde van cilinderkopmoeren en cil-
inder-tapbouten.
1.
Koppakking droog, dus zonder olie of iets
dergelijks aanbrengen, uiteraard nadat blok en
kop zorgvuldig zijn gereinigd.
2.
De schroefdraad van het tapeind of van de tap-
bout benevens het draagvlak onder de moer of
boutkop met een weinig olie insmeren.
3.
Moeren en bouten gelijkmatig *) aanhalen in de
voorgeschreven volgorde.
4.
Motor op bedrijfstemperatuur brengen.
5.
Motor afzetten en terwijl deze nog warm is, han-
deling 3 herhalen.
6.
Na 500 km (25 bedrijfsuren) moeren en bouten
wederom natrekken bij warme motor. Hierbij de
bouten en moeren eerst iets losdraaien (max. 1/8
slag).
*)
Moeren en bouten aanhalen in drie fasen:
moeren: 10 - 16 - 21 mkg
bouten: 6 - 9 - 12 mkg
NL-06-69
Recovered by ms Roboot - www.roboot.nl
Werkplaatsinstructies DAF DH 825
Fig. 4. De cilinderkop.
1.
Klepgeleider
2.
Verstuiverbus
3.
Onderlegring
4.
Cilinderkop
5.
Koppakking
6.
Uitlaatklepzittingring
7.
Inlaatklepzittingring
(alleen voor revisie doeleinden)
Verstuiverbussen monteren met gebruikmaking van
een vloeibare pakking.
10
20 CO 411
20 CO 455