68
De functie Bewegingsreductie inschakelen
1
Zet de schakelaar
bewegingsreductie
in de stand ON.
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt
ingedrukt, wordt k weergegeven in de zoeker
en wordt de functie Bewegingsreductie
ingeschakeld.
3
• Zet de schakelaar bewegingsreductie op OFF als u een statief gebruikt.
• De functie Bewegingsreductie wordt automatisch uitgeschakeld onder de volgende
omstandigheden:
bij gebruik van de zelfontspanner, zelfontspanner (2 sec), opnamen via de afstands-
bediening, vertraagde opnamen (3 sec), tijdopnamen en draadloze bediening met een
externe flitser
• Als u een type objectief gebruikt dat niet automatisch objectiefinformatie kan doorgeven
(p.67), bijvoorbeeld de brandpuntsafstand, wordt het menu [Bewegingsreductie]
weergegeven. Stel de [Brandpuntafstand] handmatig in in het menu [Bewegingsreductie].
1 De functie Bewegingsreductie instellen (p.69)
• Zet de schakelaar bewegingsreductie in de stand OFF als u de functie Bewegings-
reductie niet wilt gebruiken.
• De functie Bewegingsreductie zal de eerste twee seconden na het inschakelen van
de camera of na activering uit de stand Automatisch uitschakelen, niet goed werken.
Wacht tot de functie Bewegingsreductie is gestabiliseerd voordat u de ontspanknop
voorzichtig indrukt om een opname te maken. Druk de ontspanknop tot halverwege
in. De camera is gereed voor het maken van opnamen als k wordt weergegeven
in de zoeker.
• Bewegingsreductie is beschikbaar bij elk PENTAX-objectief dat compatibel is met
de q. Als de diafragmaring echter anders is ingesteld dan s (Auto) of als een
objectief zonder s (Auto) stand wordt gebruikt, zal de camera niet werken, tenzij
[Gebruik diafr.ring] is ingesteld op [Toegestaan] in het menu [A Pers.inst.] (zie p.35; zie
p.29 en 30 voor bedieningsmethode). Stel dat van tevoren in. Voor sommige functies
gelden beperkingen als [Gebruik diafr.ring] is ingesteld op [Toegestaan] in het menu
[A Pers.inst.]. Zie "Opmerkingen bij [Gebruik van een diafragmaring]" (p.210) voor details.