200
3
Kies een onderdeel met de vierwegbesturing (23).
4
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
5
Druk twee keer op de knop 3.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
• Als [Bestandsnr.] is ingesteld op O (Aan), wordt het bestandsnummer van de laatst
gemaakte opname opgeslagen en krijgen volgende opnamen daarop volgende
nummers, zelfs als u een andere SD-kaart plaatst.
• Als [Bestandsnr.] is ingesteld op P (Uit), wordt steeds als een andere SD-kaart wordt
geplaatst, het bestandsnummer teruggezet op het laagste nummer. Wanneer er een
SD-geheugenkaart met daarop opnamen wordt geplaatst, gaat de nummering door
vanaf het laatst opgeslagen bestandsnummer.
• Als het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen, groter is dan 500, worden
4
opnamen opgeslagen in mappen met steeds 500 opnamen. Als de functie Auto Bracket
echter actief is, worden de opnamen in dezelfde map opgeslagen totdat het maken van
opnamen gereed is, zelfs als daardoor meer dan 500 opnamen in één map
terechtkomen.