• Draai aan de e-knop op de voorzijde terwijl u op de knop m drukt
om de belichtingscorrectiewaarde te wijzigen. (p.138)
• Stel de sluitertijd in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [LW-stappen] in het
menu [A Pers.inst.]. (p.162)
• Wanneer de juiste belichting niet kan worden ingesteld op basis van de geselecteerde
criteria, kunt u de gevoeligheid automatisch aanpassen. Stel [Gevoeligheid] in op [Auto]
in het functiemenu. (p.140)
• Zet het diafragma op de stand s terwijl
u de knop voor automatische vergrendeling
ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief
met een diafragmaring.
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker is, begint
de diafragmawaarde te knipperen in de zoeker
en op het LCD. Is het onderwerp te licht, kies dan
een kortere sluitertijd. Bij een te donker
onderwerp kiest u een langere sluitertijd.
Wanneer de diafragmawaarde ophoudt met knipperen, kunt u de opname maken met
de juiste belichting.
Gebruik een ND-filter (neutrale densiteit) als het onderwerp te licht is.
Gebruik de flitser als het te donker is.
151
4