Marge:
5 mm
●
Indeling marges:
Standaard
●
Inhoud op marges snijden
●
Te groot
●
Afdrukken op geladen papier
Om een taak af te drukken op papier dat is geladen in de printer, kiest u de optie Paper Type (Papiertype) in de
printerdriver.
Kies het volgende:
In het dialoogvenster van de Windows-driver: selecteer het tabblad Paper/Quality (Papier/Kwaliteit) of
●
Paper (Papier), afhankelijk van de versie van het stuurprogramma, en selecteer Use Printer Settings
(Printerinstellingen gebruiken) in de vervolgkeuzelijst met papiersoorten.
In het macOS-dialoogvenster voor afdrukken: selecteer het deelvenster Papier/kwaliteit en selecteer
●
Willekeurig in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
OPMERKING:
Papiersoort.
Een afdruk opnieuw schalen
U kunt een afbeelding met een bepaalde grootte naar de printer verzenden maar de printer de opdracht geven
deze te schalen (doorgaans om de afbeelding groter te maken).
Deze functie kan nuttig zijn:
Als uw software geen grote formaten ondersteunt
●
als het bestand te groot is voor het geheugen van de printer. In dat geval kunt u het papierformaat in de
●
software verkleinen en vervolgens weer vergroten via het voorpaneel.
U kunt een afbeelding op de volgende manieren schalen:
In het dialoogvenster van de Windows-driver: Ga naar het tabblad Layout/uitvoer of Papier (afhankelijk van
●
de versie van de driver) en kijk naar het gedeelte Aanpassen aan.
De optie Actual size (Ware grootte) laat het formaat van de afbeelding onveranderd.
–
Met de optie Fit to (Aanpassen aan) past u het formaat van de afbeelding aan aan het paginaformaat
–
dat u hebt geselecteerd. Als u bijvoorbeeld het papierformaat ISO A2 hebt geselecteerd en u een A3-
afbeelding afdrukt, wordt deze vergroot tot de afmetingen van de A2-pagina. Als u het papierformaat
ISO A4 hebt geselecteerd, verkleint de printer een grotere afbeelding tot A4-afmetingen.
Printerinstellingen gebruiken (Windows) of Willekeurig (macOS) is de standaardselectie voor
Afdrukken op geladen papier
81