Inhoudsopgave
Advertenties
1.
Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het voorpaneel
en in de software hebt geselecteerd. Zie
2.
Controleer of u de correcte zijde van het papier bedrukt.
3.
Controleer of u geschikte instellingen voor de afdrukkwaliteit gebruikt (zie
sommige gevallen kunt u kwaliteitsproblemen oplossen door een hoger kwaliteitsniveau te selecteren.
Als u bijvoorbeeld de schuifbalk voor afdrukkwaliteit hebt ingesteld op Speed (Snelheid), probeer dan de
instelling Quality (Kwaliteit) Als u de instellingen voor de afdrukkwaliteit wijzigt, kunt u nu proberen de taak
opnieuw af te drukken voor het geval het probleem is opgelost.
4.
Lijn de printkoppen opnieuw uit. Zie
de taak opnieuw af te drukken om te controleren of het probleem is opgelost.
5.
Reinig de druppeldetector van de printkop. Zie
6.
Ga naar het front panel en tik op het pictogram
papierdoorvoer. Kies de papierbron en dan Kalibratie papierdoorvoer.
Als het probleem zich ondanks de hierboven beschreven maatregelen blijft voordoen, neem dan contact op met
HP Support: zie
Papier is niet vlak
Als het papier niet vlak is maar ondiepe golven heeft wanneer het uit de printer komt, vertoont de afgedrukte
afbeelding wellicht zichtbare defecten, zoals verticale strepen. Dit probleem kan zich voordoen wanneer u dun
papier gebruikt dat doordrenkt wordt met inkt.
184
Hoofdstuk 15 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Contact opnemen met HP Support op pagina
Informatie over het papier weergeven op pagina
De printkoppen uitlijnen op pagina
Reinig de druppeldetector van de printkop op pagina
Kwaliteit optimaliseren en vervolgens op Kalibratie van
217.
45.
Afdrukken op pagina
74). In
207. Na het uitlijnen kunt u proberen
205.
Advertenties
Inhoudsopgave
