3 INSPECTEREN VAN DE INSTALLATIE
3.1 Wanneer de werkzaamheden zijn voltooid, controleert u of
20
•
alle onderdelen volgens de installatiehandleiding zijn
geïnstalleerd;
•
alle schroeven correct zijn vastgedraaid;
•
er zich geen scherpe randen bevinden op enige onderdelen
die in contact kunnen komen met mensen;
•
alle slangen, pijpen en aansluitingen intact zijn en geen
defecten hebben;
•
alle functies van de machine correct werken. Indien nodig
aanpassen.
in gebruik wordt genomen.
Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan voorwerpen en
persoonlijk letsel.