142 | DR 400 | Bediening
Rasters
Anti-strooiingsrasters worden gebruikt om strooistraling te beperken en de
beeldkwaliteit te verbeteren. Rasters zijn beschikbaar als optie.
Voor DR-detectors worden gerichte rasters gebruikt. Voor gerichte rasters
moet de röntgenbron op de detector en een specifiek afstandsbereik tussen de
röntgenbron en detector worden gecentreerd. De kleur van de handgreep van
het raster duidt aan voor welke afstand het raster wordt gebruikt.
Het raster in de RAD Table of de RAD Wall Stand wijzigen:
1. Trek het raster eruit met de handgreep.
2. Bewaar het raster op een veilige plek om schade te voorkomen.
3. Plaats het raster met de labels omhoog gericht in de juiste gleuf van de
bucky. Zorg dat het raster tot het einde wordt geduwd.
Bijbehorende links
Technische gegevens van de bucky
Onderwerpen:
•
Antistrooiingsrasters
•
Kleuraanduiding focusafstand raster
•
Rasterdetectie
3231B NL 20160616 0935
Opgelet: Als een gericht raster wordt gebruikt zonder dat de
röntgenbron is gecentreerd of op een verkeerde afstand, kan dit
leiden tot verminderde beeldkwaliteit.
Opgelet: Ga voorzichtig om met rasters en bewaar ze op een
veilige plek wanneer ze niet worden gebruikt. Het raster kan
beschadigd raken als het valt en dit kan ook zichtbare
beeldartefacten creëren of de beeldkwaliteit verminderen.
Opgelet: Als het raster niet goed is geplaatst, kunnen er
artefacten op het beeld zichtbaar zijn, bijvoorbeeld van de
randen van het raster. Duw het raster er helemaal tot het einde
in.
op bladzijde 189