110 | DR 400 | Bediening
• Bij beweging langs de lengteas om de röntgenbuis op regelmatig gebruikte
belichtingsafstanden tot de RAD Wall Stand te plaatsen, bijvoorbeeld 150
cm en 180 cm.
• Bij beweging langs de verticale as om de röntgenbuisstand op regelmatig
gebruikte belichtingsafstanden tot de RAD Table te plaatsen, bijvoorbeeld
115 cm.
De voorkeursposities van de stopposities worden tijdens de installatie
gedefinieerd.
De verticale stoppositie op de buisstand is altijd actief. De twee transversale
stopposities zijn actief als de röntgenbuis richting de wall stand is gedraaid
(90°+/- 10°).
Wanneer u een stoppositie wilt invoeren, verplaatst u de röntgenbuisstand of
de röntgenbuisarm in longitudinale of verticale richting. De beweging stopt
wanneer de stoppositie wordt bereikt. Een te snelle beweging kan ervoor
zorgen dat de röntgenbuisstand de stoppositie overslaat.
Om een stoppositie te verlaten laat u de betreffende bedieningsknop voor
verplaatsing los en drukt u er opnieuw op.
Botsingindicator
Systemen met gemotoriseerde bewegingen hebben een botsingindicator. De
botsingindicator voorkomt botsingen tussen de röntgenbuiskop en de tafel.
De botsingindicator geeft een signaal in de volgende situaties:
• De röntgenbuiskop wordt handmatig verplaatst naar een afstand van
minder dan 30 cm tot het tafelblad tijdens een onderzoek met
gebruikmaking van de tafel.
• De röntgenbuiskop wordt handmatig verplaatst naar een afstand van
minder dan 10 cm tot het tafelblad tijdens een onderzoek met
gebruikmaking van de wall stand en de röntgenbuiskop is naar de wall
stand gedraaid.
De rem wordt geactiveerd en een geluidssignaal geeft aan dat er sprake is van
botsingsgevaar.
U kunt de positie verder aanpassen door de remknop los te laten en opnieuw
in te drukken.
Bijbehorende links
Röntgenbuisstand volgt hoogte van wall stand
3231B NL 20160616 0935
op bladzijde 121