Nederlands
10.4 Foutcodes
Code
Storingsbeschrijving
E006
Draaiveldfout
E022.x
Isolatiefout
E040
Druk-/debietsensor
gestoord
E062
Watergebrek
E080.x
Fout pomp
E090
Plausibiliteitsfout
".x" = vermelding van de betreffende pomp
waarop de weergegeven fout betrekking heeft!
Neem contact op met de dichtstbijzijnde Wilo-
servicedienst of een filiaal als de bedrijfsstoring
niet kan worden verholpen.
11 Reserveonderdelen
De bestelling van reserveonderdelen en reparatie-
opdrachten vindt plaats via plaatselijke vakspeci-
alisten en/of de Wilo-servicedienst.
Om vragen en foute bestellingen te voorkomen,
moeten bij elke bestelling alle gegevens van het
typeplaatje worden opgegeven.
Technische wijzigingen voorbehouden!
12 Uitbedrijfname/afvoeren
12.1 Uitbedrijfname
• Alle werkzaamheden moeten zeer zorgvuldig
worden uitgevoerd.
• De nodige persoonlijke beschermingsmiddelen
moeten worden gedragen.
• Bij werkzaamheden in gesloten ruimtes moet voor
de veiligheid een tweede persoon aanwezig zijn.
28
Oorzaken
Netaansluiting fout, verkeerd
draaiveld
Isolatiebewaking is geactiveerd
Sensor defect
Geen elektrische verbinding met
sensor
Droogloopbeveiliging is geactiveerd
Interne stroombewaking of
motorbeveiligingsschakelaar is
geactiveerd (overstroom of
kortsluiting in toevoerleiding)
Minimumstroombewaking is
geactiveerd
Geen debiet gedetecteerd binnen
10s na het starten van de pomp
12.1.1 Automatisch bedrijf van de installatie
12.1.2 Tijdelijke uitbedrijfname
Oplossing
Netaansluiting laten controleren en
rechtsdraaiend draaiveld tot stand brengen
Pomp, bekabeling, aarding controleren
Sensor vervangen
Elektrische verbinding herstellen
Toevoer/breektank controleren; pompen
starten vanzelf weer
Pomp (volgens inbouw- en bedienings-
voorschriften van de pomp) en toevoerlei-
ding controleren
Pomp (volgens installatie- en bedienings-
handleiding van de pomp) en toevoerlei-
ding controleren
Pomp op correcte transportfunctie
controleren
Debietschakelaar/-sensor op correcte
werking controleren
deactiveren
1. Kies het menupunt 3.01
2. Kies de waarde "OFF"
Voor een tijdelijke uitschakeling wordt de bestu-
ring uitgeschakeld en het schakeltoestel wordt
met de hoofdschakelaar uitgeschakeld.
Hiermee zijn het schakeltoestel en de installatie
altijd bedrijfsgereed. De vastgelegde instellingen
zijn nulspanningsveilig in het schakeltoestel
opgeslagen en gaan niet verloren.
Zorg ervoor dat de omgevingsomstandigheden in
acht genomen worden:
• Omgevings-/bedrijfstemperatuur: 0 ... +40 °C
• Luchtvochtigheid: max. 90 %, niet-condenserend
WEES VOORZICHTIG bij vocht!
Het schakeltoestel raakt beschadigd door het
binnendringen van vocht. Let tijdens de stil-
standtijd op de toegestane luchtvochtigheid en
zorg voor een tegen overstroming beveiligde
opslag.
Schakel het schakeltoestel bij de hoofdschakelaar
uit (stand "OFF").
WILO SE 06/2024