Inhoudsopgave
Advertenties
Als er een isolatiefout optreedt, kan de betref-
fende pomp niet worden ingeschakeld. Er wordt
een foutmelding weergegeven en de SSM en ESM
(van de betreffende pomp) worden geactiveerd.
Nadat de oorzaak van de fout is verholpen, moet
de fout worden bevestigd op het schakeltoestel.
7 Installatie en elektrische aansluiting
Om schade aan de schakelkast of gevaarlijke ver-
wondingen bij de opstelling te vermijden, moeten
de volgende punten in acht genomen worden:
• De opstellingswerkzaamheden - montage en
installatie van de schakelkast - mogen enkel door
gekwalificeerde personen uitgevoerd worden.
Hierbij moeten de veiligheidsvoorschriften in acht
genomen worden.
• Voor het begin van de opstellingswerkzaamheden
moet het schakeltoestel op transportschade
onderzocht worden.
WAARSCHUWING! Gevaar voor lichamelijk letsel!
De bestaande voorschriften betreffende het
voorkomen van ongevallen dienen te worden
nageleefd.
7.1 Installatie
Het schakeltoestel is af fabriek gemonteerd op
een console van de brandblusinstallatie.
Als het schakeltoestel los van de compacte instal-
latie als wandapparaat moet worden gemonteerd,
wordt het bevestigd met 4 schroeven Ø4 mm
(kunststof behuizing) of 4 schroeven Ø8 mm
(metalen behuizing).
Hierbij moet de beschermingsklasse door middel
van geschikte maatregelen worden gewaarborgd.
Het bevestigingsmateriaal moet door de klant
worden geleverd en moet passen bij de bouwcon-
structie.
7.2 Elektrische aansluiting
LEVENSGEVAAR door gevaarlijke elektrische
spanning!
Bij een ondeskundige elektrische aansluiting
bestaat er levensgevaar door elektrische schok!
Elektrische aansluiting uitsluitend door een elek-
trotechnicus met toelating door het plaatselijke
energiebedrijf en overeenkomstig de plaatselijk
geldende voorschriften laten uitvoeren.
AANWIJZING
• Afhankelijk van de systeemimpedantie en de max.
schakelingen/uur van de aangesloten consumen-
ten kunnen er spanningsschommelingen en/of -
verlagingen optreden (zie bijlage 13.2). De elektri-
sche aansluiting alleen door een door het plaatse-
lijke energiebedrijf erkende elektromonteur laten
uitvoeren.
• Neem de inbouw- en bedieningsvoorschriften van
de aangesloten pompen en signaalgevers in acht.
• Stroom en spanning van de netaansluiting moeten
overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control EC-Fire
• De netzijdige zekering moet volgens de aanwij-
zingen in het schakelschema uitgevoerd worden.
• Lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD, sinusvor-
mige stroom) moet in de toevoerleiding inge-
bouwd worden. Neem hiervoor ook de plaatselijke
voorschriften en normen in acht!
• Installeer de aansluitkabel volgens de geldende
normen/voorschriften en sluit deze volgens het
aansluitschema aan.
• Installatie (schakelkast en alle elektrische verbrui-
kers) volgens de voorschriften aarden.
• Bij het gebruik van afgeschermde kabels moet de
afscherming aan één zijde in het schakeltoestel op
de aardrail of de EMC-kabelschroefverbinding
worden aangesloten!
Aanbrengen van kabelafschermingen op de
EMC-kabelschroefverbindingen
(1)
of
(2)
(3)
7.2.1 Aansluitschema's
De aansluitschema's van de schakeltoestellen met
een kunststof behuizing worden getoond in Fig. 9 en
10. De aansluitschema's bevinden zich ook aan de
binnenkant van het deksel van het apparaat.
De aansluitschema's van de schakeltoestellen met
een metalen behuizing zijn te vinden in het bijge-
voegde schakelschema. De aansluitschema's bevin-
den zich ook aan de binnenkant van het deksel van
het apparaat.
7.2.2 Netaansluiting schakeltoestel
VOORZICHTIG voor onjuiste spanningskeuze!
De besturing van het schakeltoestel is met een
multispanningsnetdeel uitgerust. Hierdoor is
een bedrijf met verschillende spanningen moge-
lijk. De spanningskeuze is af fabriek op 400 V
ingesteld. Voor andere spanningen moet de brug
overeenkomstig worden omgezet. Bij een
onjuiste spanningskeuze kan het voedingsdeel
worden vernield!
Nederlands
23
Advertenties
Inhoudsopgave
