Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Verzamelbedrijfs- (Sbm) En Verzamelstoringsmelding (Ssm); 10Aansluiting Voor Enkelbedrijfs- (Ebm) En Enkelstoringsmelding (Esm); 11Aansluiting Van Een Extern Meldapparaat; 12Veldbusaansluiting "Modbus Rtu - Wilo Control EC-Fire Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

VOORZICHTIG!
Er mag geen externe spanning aangelegd
worden.
AANWIJZING
Om de functie te kunnen gebruiken, moet een
druksensor worden gebruikt en moet de waarde
"Senso" worden ingesteld in menu 5.06.
7.2.9 Aansluiting verzamelbedrijfs- (SBM) en
verzamelstoringsmelding (SSM)
Er staan potentiaalvrije contacten voor externe
verzamelmeldingen ter beschikking.
Voer de geïnstalleerde kabel door de kabel-
schroefverbinding en bevestig deze. Sluit de aders
overeenkomstig het aansluitschema op de klem-
men aan.
• Contacttype: Wisselaar
• Schakelvermogen: 250 V, 1 A
GEVAAR door gevaarlijke elektrische spanning!
Voor deze functie wordt een externe spanning
aan de klemmen aangesloten. Deze is ook bij
uitgeschakelde hoofdschakelaar op de klem-
men!
Er bestaat risico op dodelijk letsel!
Voor alle werkzaamheden moet de spannings-
voorziening van de bron gescheiden worden!
7.2.10 Aansluiting voor enkelbedrijfs- (EBM) en
enkelstoringsmelding (ESM)
Er staan potentiaalvrije contacten voor externe
afzonderlijke meldingen per pomp ter beschik-
king.
Voer de geïnstalleerde kabel door de kabel-
schroefverbinding en bevestig deze. Sluit de aders
overeenkomstig het aansluitschema op de klem-
men aan.
• Contacttype enkelbedrijfsmelding: maakcontact
• Contacttype enkelstoringsmelding:
Verbreekcontact
• Schakelvermogen: 250 V, 1 A
GEVAAR door gevaarlijke elektrische spanning!
Voor deze functie wordt een externe spanning
aan de klemmen aangesloten. Deze is ook bij
uitgeschakelde hoofdschakelaar op de klem-
men!
Er bestaat risico op dodelijk letsel!
Voor alle werkzaamheden moet de spannings-
voorziening van de bron gescheiden worden!
7.2.11 Aansluiting van een extern meldapparaat
Voor de rechtstreekse aansluiting van een extern
meldapparaat (bijv. storingslamp) is er een 24V
(DC) uitgang beschikbaar.
Voer de geïnstalleerde kabel door de kabel-
schroefverbinding en bevestig deze. Sluit de aders
overeenkomstig het aansluitschema op de klem-
men aan.
• Aangesloten vermogen: 24 V (DC), 4 VA
VOORZICHTIG!
Er mag geen externe spanning aangelegd
worden.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control EC-Fire
AANWIJZING
De functie van de uitgang kan worden geselec-
teerd in menu 5.67.
7.2.12 Veldbusaansluiting "ModBus RTU"
Voor de verbinding met een gebouwbeheersys-
teem per ModBus RTU staat een RS485-interface
ter beschikking.
Voer de geïnstalleerde kabel door de kabel-
schroefverbinding en bevestig deze. Sluit de aders
overeenkomstig het aansluitschema op de klem-
men aan.
VOORZICHTIG!
Er mag geen externe spanning aangelegd wor-
den.
AANWIJZING
Om de functie te kunnen gebruiken, moeten de
waarden in menu 2.01 t/m 2.05 worden ingesteld.
Als het schakeltoestel zich aan het uiteinde van de
ModBus-leiding bevindt, moet het schakeltoestel
worden getermineerd. Plaats hiervoor jumper "J2"
(Fig. 2-8, pos. 10).
Als er voor de bus een polarisatie is vereist, moe-
ten de jumpers "J3" en "J4" (Fig. 2-8, pos. 10)
worden geplaatst.

8 Inbedrijfname

WAARSCHUWING! Levensgevaar!
Inbedrijfname alleen door gekwalificeerd perso-
neel!
Bij ondeskundige inbedrijfname bestaat levens-
gevaar. Inbedrijfname alleen door gekwalifi-
ceerd personeel laten uitvoeren.
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij werkzaamheden aan een geopende schakel-
kast bestaat er gevaar voor elektrische schok
door de aanraking van onder spanning staande
onderdelen.
De werkzaamheden mogen enkel worden uitge-
voerd door gekwalificeerd personeel!
We adviseren de inbedrijfname van het schakel-
toestel te laten uitvoeren door de Wilo-service-
dienst.
Deze handleiding moet altijd bij de schakelkast of op
een daarvoor bestemde plaats worden bewaard,
waar deze voor al het bedieningspersoneel altijd
toegankelijk is. Het volledige personeel dat aan of
met de schakelkast werkt, moet deze handleiding
ontvangen, gelezen en begrepen hebben.
Om materiële schade en persoonlijk letsel bij de
inbedrijfname van het schakeltoestel te voorko-
men, moet voordat het apparaat voor het eerst
wordt ingeschakeld, worden gecontroleerd of de
bekabeling ter plaatse correct is uitgevoerd,
vooral voor wat betreft de aarding. Alle veilig-
heidsvoorzieningen en nooduitschakelingen van
de installatie zijn aangesloten en gecontroleerd op
onberispelijke werking.
Nederlands
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave