Nederlands
6 Beschrijving en werking
6.1 Productomschrijving
6.1.1 Functiebeschrijving
Het door een microcontroller bestuurde
EasyControl-schakeltoestel dient voor de bestu-
ring van maximaal 3 enkelpompen met constant
toerental, die druk-afhankelijk kunnen worden
ingeschakeld en druk- of debiet-afhankelijk kun-
nen worden uitgeschakeld.
In 2-pompsystemen draait er maar één pomp
tegelijk; in 3-pompsystemen kunnen 2 pompen
worden gebruikt als basis- en pieklastpomp. Eén
pomp blijft achter als stand-bypomp in geval van
een storing.
Droogloopbeveiliging kan worden gerealiseerd via
een schakelingang (bijvoorbeeld met behulp van
een vlotterschakelaar in de breektank). Bij droog-
lopen volgt een optische melding en gedwongen
uitschakeling van de pompen.
Storingen worden geregistreerd en in het foutge-
heugen opgeslagen.
De indicatie van de actuele bedrijfsgegevens en -
toestanden vindt plaats in het LC-display en via
leds aan de voorkant. De bediening gebeurt via
een draaiknop aan de voorkant.
6.1.2 Opbouw van het schakeltoestel
De schakelkast bestaat uit de volgende hoofd-
componenten:
• Hoofdschakelaar: voor het in-/uitschakelen van
de schakelkast
• Bedieningsveld:
• Leds voor de weergave van de bedrijfstoestand
(bedrijf/storing)
• LC-display voor de weergave van de actuele
bedrijfsgegevens alsook voor de weergave van
de verschillende menupunten
• Bedieningsknop voor de menukeuze en para-
meterinvoer
• Relaiscombinaties voor het schakelen van de
afzonderlijke pompen
• Zekering van de pompmotoren
Een overzicht van de afzonderlijke componenten
vindt u in de volgende tabellen en de afbeeldingen
waarnaar wordt verwezen.
Fig. 1: Overzicht bedieningscomponenten
1
Hoofdschakelaar
2
LC-display
3
Bedieningsknop
4
Led-indicaties
10
Fig. 2-8: Interne opbouw
1
Netaansluitklem
2
Brug voor spanningskeuze van de netaansluiting
3
Aardingsklemmenstrook/-stroken
4
Klemmenstroken besturing/sensorsysteem
5
Contactverbreker
6
Motorbeveiligingsschakelaar
7
Stuurkaart
8
Potentiometer voor nominale motorstroom
9
RS485-interface voor ModBus RTU
10 Jumper voor het instellen van de terminering/
Polarisatie voor ModBus RTU
11 Hoofdschakelaar
12 Isolatiebewaking
13 Deactivering van interne stroombewaking
6.2 Werking en bediening
In dit hoofdstuk krijgt u alle informatie over de
werkwijze en bediening van de schakelkast alsook
informatie over de menustructuur.
GEVAAR door gevaarlijke elektrische spanning!
Bij werkzaamheden aan de open schakelkast
bestaat er levensgevaar door elektrische schok!
Alle werkzaamheden aan de afzonderlijke
onderdelen moeten door een elektromonteur
worden uitgevoerd.
AANWIJZING
Na een onderbreking van de stroomtoevoer start
de schakelkast automatisch in de
laatst ingestelde bedrijfssituatie!
6.2.1 Bedrijfssituaties van het schakeltoestel
Werking
In automatisch bedrijf wordt een aangesloten
pomp ingeschakeld als de druk onder de inscha-
keldruk komt. In installaties met 2 pompen wordt
een van de pompen altijd gedefinieerd als reserve-
pomp. In installaties met 3 pompen kan de tweede
pomp naar behoefte worden bijgeschakeld; de
derde pomp is dan de reservepomp.
Tijdens de werking van de pomp(en) vindt een
optische weergave op het LC-Display plaats en
gaat de groene LED branden. Afhankelijk van de
parametrering wordt de verzamelbedrijfsmelding
geactiveerd en worden de storingslamp en de
interne zoemer geactiveerd.
Bij het bereiken van het uitschakelpunt (druk/
debiet – zie hoofdstuk 6.2.1 Bedrijfssituaties)
worden de pompen uitgeschakeld na het verstrij-
ken van de ingestelde uitschakelvertragingen.
Ter optimalisatie van de pomplooptijden wordt de
inschakelvolgorde van de pompen standaard na
elke uitschakeling omgewisseld.
Bij storing van een pomp wordt automatisch
omgeschakeld naar een functionerende pomp. Er
vindt een optische alarmmelding plaats. Boven-
dien kan, afhankelijk van de parametrering, via de
interne zoemer een akoestische alarmmelding
worden weergegeven en kan de storingslamp
worden geactiveerd.
WILO SE 06/2024